Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
- De uitspraak van de inspecteur van 24 februari 2020 op het bezwaar van belanghebbende tegen de aan belanghebbende voor het jaar 2015 opgelegde navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 112.030 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 16.005 (aanslagnummer [aanslagnummer] H.57.01) (hierna: de navorderingsaanslag) en gelijktijdig opgelegde beschikking belastingrente van € 932 (hierna: rentebeschikking 2015).
- De uitspraak van de inspecteur van 24 februari 2020 op het bezwaar van belanghebbende tegen de aan belanghebbende voor het jaar 2016 opgelegde aanslag IB/PVV naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 122.930 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 16.771 (aanslagnummer [aanslagnummer] H.66.01) (hierna: de aanslag), en gelijktijdig opgelegde beschikking belastingrente van € 334 (hierna: rentebeschikking 2016).
1.Beslissing
- verklaart het beroep betreffende de aanslag en de rentebeschikking 2016 ongegrond;
- verklaart het beroep betreffende de navorderingsaanslag en de rentebeschikking 2015 gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar tegen de navorderingsaanslag en de rentebeschikking 2015;
- vernietigt de navorderingsaanslag en de rentebeschikking 2015;
- wijst het verzoek om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn af;
- verklaart zich onbevoegd voor zover belanghebbende verzoek om andere immateriële schade;
2.Gronden
O. (…) dat voor een belastingplichtige ernstige gevolgen aan het opleggen van een navorderingsaanslag verbonden kunnen zijn en zijn redelijk belang derhalve met zich brengt, dat de Inspecteur alvorens tot het opleggen van een definitieven aanslag over te gaan, de gedane aangifte althans in dien zin aan een onderzoek onderwerpt, dat zij vergeleken wordt met de gegevens, die er in het dossier van den belastingplichtige ter inspectie aanwezig zijn, tot welke gegevens behoren de aangiften en aanslagen over vorige jaren, renseignementen en rapporten door den Rijksaccountantsdienst uitgebracht”.
- € 1.598 voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het verschijnen ter hoorzitting met een waarde per punt van € 265, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 534 en een wegingsfactor 1).
- € 208,59 (€ 23,40 reiskosten en € 185,19 verletkosten).
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;