Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Uitspraak van 9 maart 2021 van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
Procesverloop
25 juni 2019 en 26 juni 2019heeft een parkeercontroleur van de gemeente Breda geconstateerd dat het voertuig met kenteken [kenteken] geparkeerd stond aan de Speelhuislaan te Breda. De auto stond beide keren met twee rechterwielen op het trottoir. De heffingsambtenaar heeft twee naheffingsaanslagen parkeerbelasting opgelegd aan belanghebbende (€ 64,10), omdat de verschuldigde parkeerbelasting niet was voldaan. Belanghebbende heeft daar bezwaar tegen gemaakt en de heffingsambtenaar heeft die bezwaren bij uitspraken op bezwaar ongegrond verklaard.
27 juni 2019heeft een parkeercontroleur van de gemeente Tilburg geconstateerd dat het voertuig met kenteken [kenteken] geparkeerd stond aan de Burgemeester Brokxlaan te Tilburg. De auto stond met twee rechterwielen op het trottoir dan wel in de openbare beplantingen. De heffingsambtenaar heeft een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd aan belanghebbende (€ 63,00), omdat de verschuldigde parkeerbelasting niet was voldaan. Belanghebbende heeft daar bezwaar tegen gemaakt en de heffingsambtenaar heeft dat bezwaar bij uitspraak op bezwaar ongegrond verklaard.
8 juli 2019 en 9 juli 2019heeft een parkeercontroleur van de gemeente Oisterwijk geconstateerd dat het voertuig met kenteken [kenteken] geparkeerd stond aan de Spoorlaan te Oisterwijk. De auto stond op beide dagen met twee linkerwielen op het trottoir. De heffingsambtenaar heeft twee naheffingsaanslagen parkeerbelasting opgelegd aan belanghebbende (€ 62,20), omdat de verschuldigde parkeerbelasting niet was voldaan. Belanghebbende heeft daar bezwaar tegen gemaakt en de heffingsambtenaar heeft die bezwaren bij uitspraken op bezwaar ongegrond verklaard.
22 juli 2019heeft een parkeercontroleur van de gemeente Vlissingen geconstateerd dat het voertuig met kenteken [kenteken] geparkeerd stond aan de Koningsweg te Vlissingen. De auto stond gedeeltelijk op het trottoir. De heffingsambtenaar heeft een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd aan belanghebbende (€ 64,70), omdat de verschuldigde parkeerbelasting niet was voldaan. Belanghebbende heeft daar bezwaar tegen gemaakt en de heffingsambtenaar heeft dat bezwaar bij uitspraak op bezwaar ongegrond verklaard.
23 juli 2019, 24 juli 2019 en 25 juli 2019heeft een parkeercontroleur van de gemeente Goes geconstateerd dat het voertuig met kenteken [kenteken] geparkeerd stond aan de Dam te Goes. De auto stond met één rechterwiel op het trottoir. De heffingsambtenaar heeft twee naheffingsaanslagen parkeerbelasting opgelegd aan belanghebbende (€ 55,20), omdat de verschuldigde parkeerbelasting niet was voldaan. Belanghebbende heeft daar bezwaar tegen gemaakt en de heffingsambtenaar heeft die bezwaren bij uitspraken op bezwaar ongegrond verklaard.
27 juli 2019heeft een parkeercontroleur van de gemeente Sluis geconstateerd dat het voertuig met kenteken [kenteken] geparkeerd stond aan de Groote Markt te Sluis. De auto stond met twee linkerwielen op het trottoir. De heffingsambtenaar heeft een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd aan belanghebbende (€ 62,70), omdat de verschuldigde parkeerbelasting niet was voldaan. Belanghebbende heeft daar bezwaar tegen gemaakt en de heffingsambtenaar heeft dat bezwaar bij uitspraak op bezwaar ongegrond verklaard.
2 augustus 2019heeft een parkeercontroleur van de gemeente Roosendaal geconstateerd dat het voertuig met kenteken [kenteken] geparkeerd stond aan de Parklaan – Hoogstraat te Roosendaal. De auto stond met twee rechterwielen op het trottoir. De heffingsambtenaar heeft een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd aan belanghebbende (€ 64,20), omdat de verschuldigde parkeerbelasting niet was voldaan. Belanghebbende heeft daar bezwaar tegen gemaakt en de heffingsambtenaar heeft dat bezwaar bij uitspraak op bezwaar ongegrond verklaard.
12 november 2019heeft een parkeercontroleur van de gemeente Bergen op Zoom geconstateerd dat het voertuig met kenteken [kenteken] geparkeerd stond aan de Iepstraat te Bergen op Zoom. De auto stond met twee rechterwielen op het trottoir. De heffingsambtenaar heeft een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd aan belanghebbende (€ 60,40), omdat de verschuldigde parkeerbelasting niet was voldaan. Belanghebbende heeft daar bezwaar tegen gemaakt en de heffingsambtenaar heeft dat bezwaar bij uitspraak op bezwaar ongegrond verklaard.
Gronden tegen de naheffingsaanslagen parkeerbelasting
4. Ontvankelijkheid van de beroepen
Beslissing
- verklaart de beroepen niet-ontvankelijk;
- veroordeelt belanghebbende in de beroepen met zaaknummers 19/6772 en 19/6773 in de proceskosten van de heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking West-Brabant tot een bedrag van € 6,20.