Wettelijk kader1.Algemene wet bestuursrecht (Awb)Artikel 5:1, eerste en tweede lid, van de AwbOnder ‘overtreding’ wordt verstaan: een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Het tweede lid voegt daar aan toe dat onder ‘overtreder’ wordt verstaan: degene die de overtreding pleegt of medepleegt.
Artikel 5:2, eerste lid, onder b, van de Awb
Een herstelsanctie is een bestuurlijke sanctie die strekt tot het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken of beëindigen van een overtreding, tot het voorkomen van herhaling van een overtreding, dan wel tot het wegnemen of beperken van de gevolgen van een overtreding.
Artikel 5:4, eerste lid, van de AwbDe bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie bestaat slechts voor zover zij bij of krachtens de wet is verleend.
Artikel 5:21 van de Awb
Onder last onder bestuursdwang wordt verstaan: de herstelsanctie, inhoudende:
een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en
de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.
Artikel 5:25 van de Awb
De toepassing van bestuursdwang geschiedt op kosten van de overtreder, tenzij deze kosten redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoren te komen.
De last vermeldt in hoeverre de kosten van bestuursdwang ten laste van de overtreder zullen worden gebracht.
Tot de kosten van bestuursdwang behoren de kosten van voorbereiding van bestuursdwang, voor zover deze zijn gemaakt na het verstrijken van de termijn waarbinnen de last had moeten worden uitgevoerd.
De kosten van voorbereiding van bestuursdwang zijn ook verschuldigd, voor zover als gevolg van het alsnog uitvoeren van de last geen bestuursdwang is toegepast.
Tot de kosten van bestuursdwang behoren tevens de kosten van vergoeding van schade ingevolge artikel 5:27, zesde lid.
Het bestuursorgaan stelt de hoogte van de verschuldigde kosten vast.
Een bestuursorgaan dat bevoegd is om een last onder bestuursdwang op te leggen, kan in spoedeisende gevallen besluiten dat bestuursdwang zal worden toegepast zonder voorafgaande last. Artikel 5:24, eerste en derde lid, is op dit besluit van overeenkomstige toepassing.
Indien de situatie zo spoedeisend is, dat een besluit niet kan worden afgewacht, kan terstond bestuursdwang worden toegepast, maar wordt zo spoedig mogelijk nadien alsnog een besluit als bedoeld in het eerste lid bekendgemaakt
Artikel 5:31c, eerste lid, van de AwbHet bezwaar, beroep of hoger beroep tegen de last onder bestuursdwang heeft mede betrekking op een beschikking die strekt tot toepassing van bestuursdwang of op een beschikking tot vaststelling van de kosten van de bestuursdwang, voor zover de belanghebbende deze beschikking betwist.
2. Gemeentewet (Gmw)Artikel 125, eerste lid, van de GmwHet gemeentebestuur is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang.
Artikel 125, tweede lid, van de GmwDe bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang wordt uitgeoefend door het college, indien de last dient tot handhaving van regels welke het gemeentebestuur uitvoert.
3. Verordening regelende het gebruik van de havens en kaden van de Gemeente Moerdijk (Havenverordening)
Artikel 1, onder d, van de HavenverordeningOnder ‘haven’ wordt verstaan: de havens die in eigendom aan de gemeente Moerdijk toebehoren, c.q. bij de gemeente in beheer zijn, haven Willemstad en haven Moerdijk.
Artikel 1, onder e, van de Havenverordening
Onder ‘haven Moerdijk’ wordt verstaan: de haven zoals weergegeven in bijlage 1.
Artikel 1, onder j, van de Havenverordening
Onder ‘schipper’ wordt verstaan: ‘degene die op een vaartuig met de leiding belast is of feitelijk de leiding in handen heeft, of bij afwezigheid van deze, de eigenaar of de gebruiker van het vaartuig’.
Artikel 6 (Algemene zorgplicht) van de Havenverordening
De schipper is verplicht de nodige voorzorgen te nemen, dat met zijn vaartuig geen schade of ongeluk wordt veroorzaakt en in het algemeen de veiligheid niet in gevaar wordt c.q. kan worden gebracht.
Het is verboden met een vaartuig op een dusdanige manier te varen of op een zodanige manier te gebruiken dat overlast wordt veroorzaakt.
Schippers zijn jegens de gemeente Moerdijk aansprakelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een tekortkoming die is toe te rekenen aan henzelf, aan zijn gezinsleden, aan personeelsleden dan wel aan genodigden van de schipper.
Het veroorzaken van schade wordt onmiddellijk gemeld bij de havenmeester. De veroorzaker is aansprakelijk voor de toegebrachte schade.
Artikel 14 (Nachtverblijf, handel etc) van de Havenverordening
Het is verboden:
1. zich met enig vaartuig in de haven te bevinden tot het houden van commercieel nachtverblijf (met uitzondering van passagiersschepen) , het verlenen van huisvesting of het houden van vast verblijf of een vaartuig uitsluitend of in hoofdzaak als woning te gebruiken;
zich met enig vaartuig in de haven te bevinden tot het drijven van handel;
in de haven vaartuigen geheel of gedeeltelijk te slopen;
in de haven vaartuigen te hebben die in een dusdanige staat verkeren, al dan niet door constructie en / of ouderdom, waardoor er een onmiddellijk gevaar voor zinken ontstaat of de veiligheid in het algemeen in gevaar kan worden gebracht;
in de haven werkzaamheden aan vaartuigen te verrichten, die gevaar, hinder of schade voor of aan andere vaartuigen kunnen opleveren, dan wel geluidshinder veroorzaken.
2. artikel 14, onder c en d, artikel 15, artikel 19 en artikel 23, eerste en vierde lid, van de Havenverordening.
Artikel 15 (Zinkgevaar) van de Havenverordening
De schipper van een vaartuig, dat in onmiddellijk gevaar van zinken verkeert, is verplicht het vaartuig onmiddellijk buiten het vaarwater te brengen of te laten brengen.
Het college is bevoegd plaatsen binnen of buiten het vaarwater aan te wijzen voor vaartuigen die in onmiddellijke staat van zinken verkeren.
De schipper van een gezonken vaartuig is verplicht onmiddellijk na het zinken hiervan mededeling te doen aan de havenmeester.
Hij moet zorgdragen dat het gezonken vaartuig binnen een door het college te bepalen tijd gelicht en zo nodig verwijderd wordt.
Artikel 19 (Milieuverontreinigende stoffen) van de Havenverordening
Het is verboden om vaartuigen buitenboords te verven.
De schipper is verplicht er voor te zorgen dat geen verontreinigende stoffen en / of brandgevaarlijke stoffen in het milieu terechtkomen.
Hij is verplicht melding te maken bij het college, dan wel bij de havenmeester indien, ondanks genomen voorzorgmaatregelen, toch enige stof in het milieu is terechtgekomen.
Bij ernstige ongevallen met stoffen stelt men zo spoedig mogelijk de bevoegde en noodzakelijke autoriteiten in kennis van het gebeurde, waarbij men tevens doorgeeft om welke stof het gaat. Bij alle ongevallen stelt men het college dan wel de havenmeester in kennis van het gebeurde.
Artikel 23 (Gevaarlijke stoffen) van de Havenverordening:Het is verboden:
ontplofbare, (licht) ontvlambare of anderen (voor het milieu) gevaarlijke stoffen te (ver)laden of te lossen, behoudens ontheffing van het college. Bij het (ver)laden of lossen van ontplofbare of (licht) ontvlambare stoffen is de schipper, onverminderd zijn verplichting tot naleving van omtrent het vervoer bestaande wetten en besluiten, altijd gehouden de bijzondere voorzorgsmaatregelen te nemen, die hem door of namens het college worden voorgeschreven;
aan boord van vaartuigen, waarmee ontplofbare stoffen of (licht) ontvlambare stoffen worden vervoerd, te roken anders dan in de woonvertrekken;
tijdens het laden en lossen van motorbrandstoffen te roken, de motor van een vaartuig te laten draaien of koelapparaten in werking te hebben;
in de haven (licht) ontvlambare of bij ontvlamming fel brandbare stoffen te smelten, te koken of te warmen.