In deze zaak hebben eisers, wonende aan de [adres] te [plaatsnaam], beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun aanvraag voor een tegemoetkoming in planschade door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert. De aanvraag was ingediend naar aanleiding van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan '[naam bestemmingsplan]' op 1 juni 2017, dat intensieve woonbebouwing mogelijk maakt in de directe omgeving van de woning van eisers. Het college had eerder, op 19 juni 2018, de aanvraag afgewezen, en dit besluit werd in het bestreden besluit van 21 mei 2019 gehandhaafd. De rechtbank heeft de zaak behandeld op zittingen in december 2019 en oktober 2020, waarbij eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, maar het college niet. De rechtbank heeft de uitspraaktermijn verlengd en uiteindelijk op 25 november 2020 uitspraak gedaan.
De rechtbank overweegt dat eisers schade lijden door de inwerkingtreding van het bestemmingsplan, maar dat de planschade volgens het college onder het normaal maatschappelijk risico valt. Eisers betwisten dit en stellen dat de taxatie van [naam B.V.] niet correct is en dat de drempel voor het normaal maatschappelijk risico te hoog is vastgesteld. De rechtbank concludeert dat het college de waarde van de woning op de peildatum correct heeft vastgesteld en dat de schade binnen het normaal maatschappelijk risico valt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen reden voor een proceskostenveroordeling.