Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 24 september 2020 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , wonende te [plaatsnaam] , eiser
Procesverloop
Namens De Bevelanden was mr. S.M.C. Kooi aanwezig.
Overwegingen
28 september 2017 gokactiviteiten zichtbaar. Het betreft gokactiviteiten online en bij casino’s.
Hij heeft de financiële gegevens verstrekt aan de bewindvoerder. Hij had eerst uitgenodigd moeten worden om uitleg te geven over de transacties, als die niet duidelijk waren. Volgens eiser waren de inkomsten uit gokken geen inkomsten, want er werd ook verlies geleden en wat uiteindelijk binnen kwam was geen groot bedrag.
“gokken op zichzelf een bezigheid die gemeld moet worden, omdat uit de aard daarvan voortvloeit dat er inkomsten mee kunnen worden verworven. Betrokkene had het college hiervan op de hoogte moeten stellen, zodat het college kon onderzoeken of betrokkene inkomsten heeft verworven en, tot welk bedrag”(zie de uitspraak van 5 maart 2019, rechtsoverweging 3.4, ECLI:NL:CRVB:2019:703). Dit betekent dat eiser de inlichtingenplicht schond toen hij naliet om melding te maken op het moment van zijn gokactiviteiten. Dat de bewindvoerder later melding maakte van de stortingen op eisers rekening maakt dat niet anders.
Daarvoor was namelijk een verifieerbaar overzicht nodig van de gokopbrengsten. Eiser heeft echter geen administratie bijgehouden.
De rechtbank is van oordeel dat dit in de situatie van eiser niet aan de orde is.