Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 14 juli 2020 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Bij schending van de toegankelijkheid daarvan is er sprake van een schending van het beginsel equality of arms. Verzoekers zijn verder van mening dat er sprake is van een niet-toelaatbare discriminatie omdat werknemers ingevolge de Arbowet recht hebben op een second opinion bij verschil van mening met de bedrijfsarts. Ook is er volgens verzoekers sprake van strijd met het gelijkheidsbeginsel omdat andere gemeentes wel bijzondere bijstand toekennen voor een arbeidsmedisch expertiserapport. Verder hebben verzoekers nog opgemerkt dat bij een succesvolle procedure voorkomen wordt dat zij aangewezen worden op een bijstandsuitkering en dat zij bij een gegrond bezwaar de kosten van de expertise terugkrijgen. Zij zullen dit dan terugbetalen aan het college. Verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht te bepalen dat het college een voorschot van € 1.905,75 moet toekennen.
23 april 2019 (ECLI:NL:CRVB:2019:1450). In die uitspraak is tevens overwogen dat het aan de rechter in de desbetreffende procedure over de mate van arbeidsongeschiktheid is om eventuele onevenwichtigheid in de bewijspositie van de betrokkene weg te nemen. Hieruit volgt dat indien betrokkene zelf een (medisch) deskundige inschakelt, de kosten daarvan in beginsel niet als noodzakelijke kosten als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de PW kunnen worden aangemerkt. Het laten verrichten van een contra-expertise betreft dan een eigen afweging, waarvoor in beginsel geen bijzondere bijstand kan worden verleend.
De verwijzing van verzoekers naar het rapport van Jim Faas en het Koroseç-arrest kan daarom niet slagen. Dat met een succesvol bezwaar in de WIA-zaak wordt voorkomen dat verzoekers een beroep moeten doen op een bijstandsuitkering maakt dit niet anders.