Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 22 juli 2020 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats] (eiser),
Procesverloop
Overwegingen1.Op grond van de stukken en de behandeling ter zitting gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Het college is in de maand november van 2018 een onderzoek gestart naar eisers recht op bijstand.
13 juni 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:2437) volgt verder dat de omstandigheid dat in rechte is komen vast te staan dat betrokkene over de te beoordelen periode geen recht op bijstand heeft, niet meebrengt dat de schending van de inlichtingenverplichting ook in het kader van de boete zonder meer een vaststaand gegeven is. Dit betekent dat de aan deze bestraffende sanctie ten grondslag gelegde feiten en de gestelde overtreding van de inlichtingen-verplichting in volle omvang moeten worden beoordeeld. De bewijslast bij een bestraffende sanctie als hier aan de orde, is zwaarder dan die bij het hanteren van de bevoegdheid tot intrekking en terugvordering op de grond dat de inlichtingenverplichting is geschonden. Het college moet dan ook aantonen dat is voldaan aan de voorwaarde om een boete op te leggen. In dit geval zal het college dus moeten aantonen dat eiser de inlichtingenverplichting heeft geschonden door op geld waardeerbare arbeid niet bij het college te melden. Anders dan bij de intrekking en terugvordering van bijstand is dus niet voldoende dat dit slechts aannemelijk wordt gemaakt.
heeft overgelegd van 8 december 2019, waarin zij onder meer stelt:
"In alle gesprekken die ik samen met [eiser](opmerking rechtbank: voornaam van eiser)
heb gehad met collega’s van werk en inkomen als ook team fraude was het bekend dat hij activiteiten verricht als healer.De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de verklaring van [ medewerker gemeente] te twijfelen, temeer nu het college in zijn verweerschrift van 3 januari 2020 naar het oordeel van de rechtbank geen bevredigende reactie heeft gegeven op deze verklaring.
Het bestreden besluit kan ook om die reden in rechte geen stand houden en komt ook daarom voor vernietiging in aanmerking.
Beslissing
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit en dat de aan eiser opgelegde boete van de baan is;