Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 24 april 2020 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiseres] , wonende te [plaatsnaam] , eiseres,
,verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Feiten en omstandigheden
31 mei 2016 herzien, is de ten onrechte betaalde uitkering over deze periode ten bedrage van
Standpunt van eiseres
Wettelijk kader
Oordeel van de rechtbank
1 eerdere oogst. Het UWV heeft dit onder meer gebaseerd op de bevindingen van de politie en informatie van de netbeheerder Enexis op 24 mei 2016.
[naam partner] , bij de politie ook heeft verklaard dat de eerste oogst mislukt is, kan eiseres niet helpen. Bij gebrek aan objectieve en verifieerbare gegevens die dit ondersteunen, komt aan deze enkele verklaring niet de betekenis toe die eiseres daaraan toegekend wil zien. [naam partner] stond ten tijde van het afleggen van zijn verklaring immers niet objectief tegenover de belangen van eiseres.
€ 12.579,- en de ene helft daarvan, € 6.289,50, toegerekend aan eiseres en de andere helft aan [naam partner] . Het bedrag van € 6.289,50 heeft het UWV over de maanden maart 2016 tot en met mei 2016 in mindering gebracht op de betaling van het recht van eiseres op WIA-uitkering. Per saldo resteert daardoor een door eiseres terug te betalen bedrag van € 4.212,62 bruto aan teveel ontvangen WIA-uitkering.
Het UWV heeft in het verweerschrift terecht opgemerkt dat de financiële omstandigheden in verband met de terugbetaling op zichzelf niet tot een dringende reden leiden, omdat dit aspecten zijn die zijn meegewogen bij de vaststelling van de (maandelijkse) aflossingscapaciteit van eiseres. In de door eiseres verder aangevoerde, maar niet onderbouwde, omstandigheden rond haar gezondheid en een dreigende ontruiming van haar huidige huurwoning, zijn naar het oordeel van de rechtbank evenmin dringende redenen gelegen als hiervoor bedoeld. Hetzelfde geldt voor de door eiseres genoemde lange termijn tussen de inval in de hennepkwekerij in mei 2016 en de primaire besluiten in september 2018.
Conclusie
Beslissing
mr. A.J.J. Sterks, griffieren is op 24 april 2020 openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.