Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[eiser 1],
[eiser 2],
1.De procedure
- het vonnis (in het vrijwaringsincident en in de hoofdzaak) van 27 februari 2019;
- het proces-verbaal van comparitie van 16 mei 2019.
2.De feiten
in dehuidige staaten zonder waarborg van maat of oppervlakte; (…)
met alle zichtbare en verborgen gebreken, zowel van de constructies, de grond, als de ondergrond; de koper bevestigt het verkochte goed te hebben bezocht, de staat ervan voldoende te kennen en er geen nadere beschrijving van te verlangen. (…)
(…).
IN AANVRAAG!
3.Het geschil
primairte verklaren voor recht dat de woning non-conform door [gedaagde] is geleverd aan [eiser 1] c.s., zoals bedoeld in artikel 7:17 BW dan wel
subsidiairde gevolgen van de koopovereenkomst op grond van dwaling zijdens [eiser 1] c.s. te wijzigen, in die zin dat de koopprijs wordt verminderd met € 30.156,95. Daarnaast vordert [eiser 1] c.s.
zowel primair als subsidiairbetaling door [gedaagde] van € 30.156,95, met wettelijke rente en kosten,
primairten titel van schadevergoeding dan wel
subsidiairuit hoofde van onverschuldigde betaling, een en ander met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad.
4.De beoordeling
Ontvankelijkheid
1.086,00(2,0 punten × tarief € 543,00)