Uitspraak
[appellant],
1.Schoonmaak- en Onderhoudsbedrijf "De Vallei",
2. [geïntimeerde2] ,
3. [geïntimeerde3] ,
De Vallei,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling van de grieven en de vordering
Vraag 1) Hoeveel m2 tegelwerk is door De Vallei aangebracht in de ruimten waarover op dit punt onenigheid tussen partijen bestaat en hoeveel m2 tegelwerk heeft De Vallei in totaal aangebracht in de woning van [appellant] ?
De opgaven van de heer [appellant] voor het door De Vallei verrichte werk op alle verdiepingen worden als juist beoordeeld, uitgezonderd die betreffende de gang en de nachthal op de bovenverdieping. (…) Aangaande de nachthal op de bovenverdieping is door de heer [appellant] een fout gemaakt in de basisafmeting van deze ruimte. (…) Dit betekent dat door de heer [appellant] hier 4,395 m2 te weinig is gerekend. Voor de gang (…) de heer [appellant] heeft hier 0,239 m2 te veel gerekend.
Dat betekent dat aan [appellant] ter zake van de afronding van de niet door
De Vallei uitgevoerde werkzaamheden een bedrag toekomt van € 305,50
Begane grond: entrée, garderobe en hal, woonkamer, keuken(met uitzondering van drie rijen tegels die gelegd zijn door derden.
Tussenverdieping: Master bedroom en dressing, badkamer (vloer en wand), met dien verstande dat de aansluitingen tussen de drie vertrekken zijn aangebracht door derden.
Eerste verdieping:Nachthal en gang (met uitzondering van de omranding van de vide en de aansluiting met de trap), toilet (vloer en wand, met uitzondering van het voegwerk in de wand en de afwerking van het raam), vier slaapkamers, badkamer (vloer en wand, met uitzondering van de afwerking rond het kozijn en de douchebak en het aanhelen van de badkuip).
Bij de beantwoording van deze vraag wordt u verzocht de volgende subvragen te beantwoorden:
c. Waren de onderlinge hoogteverschillen tussen de tegels met goed en deugdelijk vakmanschap te voorkomen geweest of zijn deze hoogteverschillen inherent aan de aard en kwaliteit van de door [appellant] ingekochte tegels?
d. Is het niet doorlopen van de patronen als gevolg van het werken met zaagstukken, op de plekken waarop De Vallei daarvoor heeft gekozen, in strijd is met de eisen van goed en deugdelijk vakmanschap?
Ad a)In het onderhavige geval zijn hoogteverschillen aanwezig tussen de keukenvloer en de
(…)Het contactoppervlak tussen tegel en lijmlaag is, in het geval van het tijdens de 2e inspectie
Dienaangaande heeft hij het volgende overwogen:
Niet massief klinkende tegels(…) In principe is het zo dat tegels behoren te hechten op een ondergrond, zodat eventuele mechanische belastingen op de tegels over gedragen kunnen worden aan die ondergrond zonder dat de tegel zelf wordt beschadigd of dat de samenhang tussen de tegels onderling verbroken wordt. Tijdens de 2e inspectie is waargenomen dat uitname van een tegel slechts met de grootste moeite plaats kon vinden. Verder is geconstateerd dat tot nu toe, uitgezonderd één tegel in de woonkamer en 4 tegels in de master bedroom, geen tegels volledig zijn beschadigd of onthecht. Aangezien de tegelvloer in 2010 is aangebracht en nu nog steeds niet of nauwelijks beschadigingen kent is vanuit technisch oogpunt is op dit moment dan ook geen directe noodzaak van vervanging aangetroffen. Wel is er sprake van een niet massieve klankkleur bij belopen met harde zooltypen. Incidenteel herstel is noodzakelijk in de volgende ruimten: Woonkamer: 1 los gekomen tegel. Master Bedroom 4 losliggende tegels.
Onvlakheden en hoogteverloop op de verdieping:
Hoogteverloop op de begane grond:
begroot op (€ 26.661,52 + € 700,- =) € 27.361,52. Hierbij dient een inspanning van (8x € 22,- =) € 176,- inclusief BTW gerekend te worden voor een eindreiniging.
Antwoord: De door De Vallei gerekende prijs per m2 wordt als zeer laag beschouwd. Deze prijs is alleen marktconform indien de werkzaamheden alleen bestaan uit eenvoudig rechttoe rechtaan tegelwerk zonder knelpunten in ondergronden en/of complexe patronen.
vordert in de onderhavige procedure vervangende schadevergoeding als bedoeld in art. 6:87 BW wegens niet behoorlijke nakoming door de Vallei van haar verbintenissen uit het niet ontbonden gedeelte van de overeenkomst en hij stelt de door hem geleden schade op het bedrag van de herstelkosten. In een dergelijk geval moet de schade worden begroot op basis van de vermogensvermindering die ten tijde van de niet-nakoming door de tot de prestatie gerechtigde is geleden ten opzichte van de situatie waarin hij zou zijn geraakt bij behoorlijke nakoming van de verbintenis, en is een eventuele latere verkoop van het huis een omstandigheid waaraan in het kader van een vordering tot vervangende schadevergoeding als de onderhavige geen betekenis toekomt (Vgl. Hoge Raad 26 april 2002 ECLI:NL:HR:2002:AD9339,
NJ 2004, 210).
I. De deskundige gaat er volgens [appellant] in de eerste plaats aan voorbij dat er in het onderhavige werk twee variëteiten van de marmersoort Crema Marfil zijn toegepast, te weten Crema Marfil Classic en Crema Marfil High Commercial. Aan de heer [C] is voorafgaand aan het uitbrengen van zijn offerte een spreadsheet ‘Berekening oppervlakten’ ter beschikking gesteld waarin per vertrek is gespecifieerd welke variëteit afwerking en afmetingen dienen te worden toegepast (productie 4 bij memorie na deskundigenbericht). Daar waar in de vloeren tegels van verschillende variëteiten zijn verwerkt, doet dat afbreuk aan het uiterlijk van de vloeren en is geen sprake van goed en deugdelijk vakmanschap.
Nu het hier gaat om een natuurproduct waaraan enige onderlinge verschillen inherent zijn en de verdeling van de tegels een louter esthetische kwestie betreft die naar het oordeel van de deskundige niet als storend kan worden beschouwd, volgt het hof de deskundige in zijn oordeel dat herstel op deze punten disproportioneel zou zijn en daarom niet is aangewezen. Daarbij heeft het hof mede in aanmerking genomen dat vervanging van de betreffende tegels het risico van beschadiging van naastgelegen tegels met zich zou brengen (Vgl. Hoge Raad van 21 april 2017, (ECLI:NL:HR:2017:743).
eop pagina 40 van het rapport opgemerkt dat hij navraag heeft gedaan bij de fabrikant van de mortel (Cantillana) en dat op de website van de Cantillana wordt aangegeven dat de toegepaste mortel, Strasser Egalfix, niet geschikt is voor toepassing op vloerverwarming. [appellant] heeft de deskundige in dat verband gewezen op pagina 12 van het
“Overzicht tegellijmen en tegelvloeren”van Strasser, waar ten aanzien van deze mortel staat vermeld:
“Niet geschikt bij vloerverwarming”.
“Waarom de dikbedmortel Strasser Egalfix niet geschikt zou zijn voor vloerverwarming licht
≥ 0,5 N/mm2 voldoet en evenmin aan de norm van ≥ 1 N/mm2 die in de uitvoeringsrichtlijn van het IKOB wordt genoemd. De door de leverancier voorgeschreven mortel (Strasser Egalflix Plus) voldoet wel aan die normen. Volgens [appellant] moet de conclusie zijn dat de gedeeltelijke onthechting van de vloer het gevolg is van toepassing van de verkeerde mortel en een verkeerde verwerkingswijze.
“Overzicht tegellijmen en tegelvloeren”komt de informatie over de hechtsterkte niet voor. Op de thans in het geding gebrachte technische fiche staat vermeld “Gecreëerd op 01/2017” zodat het de vraag is of dit iets zegt over de in 2010 toegepaste mortel.
Het hof kan deze informatie zelf niet kan beoordelen. Nu gesteld noch gebleken is dat [appellant] niet eerder over de betreffende informatie kon beschikken, acht het hof het in strijd met de goede procesorde dat [appellant] in dit stadium van de procedure nog het onderhavige bezwaar tegen het deskundigenrapport opwerpt. Het hof ziet om deze reden maar tevens om de hierna te noemen reden geen aanleiding de deskundige op dit punt opnieuw te raadplegen.
Want wat er van genoemde hechtsterkte ook zij, het hof acht van doorslaggevend belang dat de deskundige – wiens deskundigheid als zodanig niet gemotiveerd is betwist – met inachtneming van de opmerkingen van [appellant] over de niet massief klinkende tegels op de begane grond en de tussenverdieping, heeft geconstateerd dat tot nu toe, uitgezonderd één tegel in de woonkamer en vier tegels in de master bedroom, geen tegels volledig zijn beschadigd of onthecht en dat, gegeven het feit dat de tegelvloer in 2010 is aangebracht en nu nog steeds niet of nauwelijks beschadigingen kent, er vanuit technisch oogpunt op dit moment dan ook geen directe noodzaak van vervanging is aangetroffen. Naar het oordeel van het hof is niet beslissend of de mortel in theorie te weinig hechting zou geven, maar of de hechting van de vloer in de praktijk voldoet. Uit het deskundigenrapport blijkt dat dat – met uitzondering van een enkele, te vervangen tegel - het geval is. Vervanging van de gehele vloer wegens onthechting is daarom niet aan de orde.
[appellant] heeft weliswaar betwist dat er bij de start van de werkzaamheden sprake was van een hoogteverschil tussen woonkamer en keuken, maar hij voegt daaraan toe dat dit achteraf niet meer is vast te stellen. Nu hij op dat punt ook geen bewijs heeft aangeboden, houdt het hof het ervoor dat de situatie was zoals deze door de deskundige is aangetroffen.
Wat het verschil tussen de hal en woonkamer betreft, heeft de deskundige overwogen dat er bij aanpassing knelpunten bij de toegangsdeuren en de aansluiting op de pui zouden ontstaan, zodat hij aanpassing afraadt. Het hof begrijpt de bevindingen van de deskundige aldus dat de gekozen oplossing in de gegeven situatie naar het oordeel van de deskundige passend is.
Het hof verwerpt dit bezwaar van [appellant] dan ook.
in eerste aanleg in conventie op:
explootkosten € 90,81,-
griffierecht € 202,-
getuigentaxe
€ 42,-totaal aan verschotten € 292,81,-
€ 1.250,-(5 pt, tarief 250,-)
totaal in conventie € 1.542,81,-
salaris gemachtigde € 250,- (2 pt, ½ tarief 250,-)
explootkosten € 76,71,-
griffierecht € 299,-
kosten deskundige
€ 6.925,80,-totaal verschotten € 7.301,51,-
salaris advocaat
€ 4.632,-(4pt, tarief 1.158,-)
totaal € 11.933,51,-