Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
**’ staat: “
This is an advisory figure. You should consider putting this amount aside for future holidays. (..)”.
3.Geschil
- dat het inkomen uit werk en woning, vóór verrekening met de niet in aanmerking genomen PGA, geheel bestaat uit belastbaar loon;
- dat de niet in aanmerking genomen PGA per 1 januari 2015 € 75.277 bedroeg en dat dit bedrag op het belastbare loon in mindering moet worden gebracht;
- dat de volledige werkgeversbijdrage (Employer Social Insurance) en 50% van de werknemersbijdrage (Employee Social Insurance) voor de sociale verzekeringen niet tot het belastbare loon behoren;
- dat belanghebbende in aanmerking komt voor de toepassing van de vrije ruimte van 1,2% van het belastbare loon (artikel 31, tweede lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, hierna: Wet LB).
4.Beoordeling van het geschil
Ingeval een belastingplichtige loon geniet uit een dienstbetrekking ter zake van welke dienstbetrekking de werkgever geen inhoudingsplichtige is in de zin van artikel 6 van de Wet op de loonbelasting 1964, behoren niet tot het loon de in het loon van de belastingplichtige opgenomen vergoedingen en verstrekkingen overeenkomstig artikel 31, eerste lid, onderdeel f en onderdeel g, van de Wet op de loonbelasting 1964, voorzover een inhoudingsplichtige daarover bij toepassing van artikel 31a, tweede lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 geen belasting zou zijn verschuldigd.”
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar voor zover deze betrekking heeft op de beschikking nog niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek;
- stelt de niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek per 31 december 2015 vast op € 22.331;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: