Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 5 april 2019 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de naheffingsaanslagen kansspelbelasting over de jaren 2009, 2010 en 2011. De belanghebbende, die in het buitenland woonde, had geen adreswijziging doorgegeven aan de Belastingdienst, waardoor de naheffingsaanslagen op het adres van zijn ouders waren verzonden. De rechtbank oordeelde dat de bekendmaking van de aanslagen op deze wijze correct was, en dat de bezwaartermijn was aangevangen op het moment dat de aanslagen waren verzonden. De rechtbank verwierp het argument van de belanghebbende dat hij de aanslagen nooit had ontvangen en dat er sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding. De rechtbank concludeerde dat de niet-ontvangst van de aanslagen voor rekening van de belanghebbende moest blijven, aangezien hij had nagelaten zijn adreswijziging door te geven. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en de bezwaren tegen de naheffingsaanslagen en boetes werden terecht niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. M.R.T. Pauwels, in aanwezigheid van griffier P. van der Hoeven.