Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
bijdrage-inkomen
Bijdrage
2.Feiten
- Twee Western Union Gold cards nummers [# 1] en [# 2] ;
- Afschrift Postbank met storting van 200.000, storter en valuta onbekend (kopie);
- Overschrijving GWK van € 50.000 naar Servië (kopie);
- KBC factuur met daarop een te betalen vergoeding voor kluishuur, safenummer: [# 3] periode 2010-2012 (kopie);
- KBC overzicht interesten en kosten 2010 (kopie);
- Huurcontract en huurfacturen 2011 en 2012 gericht aan: [persoon 1] door
- Huurovereenkomst tussen [A BV] en [belanghebbende] , voor het pand aan [adres 1] (kopie);
- Driemaal 'Bill of Lading' van [A SA] naar de haven van Antwerpen. Waarde van de transporten $ 46.000, $ 44.500 en $ 45.100 alle in 2010 (kopieën);
- Blanco CMR / vrachtbrieven van: [B BV] , [adres 2] , [postcode] [plaats 3] (kopie);
- Print contactinformatie [A SA] waarvan [belanghebbende] blijkbaar de Salesmanager Oost Europa is (kopie);
- (…);
- (…);
- Brief van een veterinaire inspectie in of vanwege Bosnië Herzegovina, uitgevoerd op 14-12-2011 (kopie); Een schrijven van een Medische Dienst uit Bosnië inzake [persoon 2] (kopie);
- 'Stortingsbewijzen' of anderszins schrijven van ABS Banka (2x) en UNA Banka (1x) en Sparkasse (1x) (kopieën);
- GWK Travelex overschrijvingen van [belanghebbende] naar Bosnië, twee originelen en twee vermoedelijk vervalste. Transactienummers zijn gelijk maar de bedragen met de factor 1000 verminderd (kopieën);
- Overschrijving van geld, € 3.000, naar [belanghebbende] van Bosnië via Western Union + aantekening ' [persoon 3] , [plaats 2] Holland' (kopie);
- (…)
- Zeven buitenlandse / Bosnische facturen en betalingsbewijzen (dat is in ieder geval het vermoeden) van aanzienlijke bedragen (kopieën)
- (…).
Contante stortingen in het buitenland door belastingplichtige van in totaal
- Dat er sprake is van meerdere ondernemingen waar belastingplichtige voor werkt of waarvan hij (mede) eigenaar is;
- Dat er brieven van-veterinaire organisaties die goedkeuring voor vleestransporten geven bij belastingplichtige in bezit zijn die niet aan hem zijn geadresseerd.
- Hij het pand nu huurt van [persoon 4] maar voordien via [persoon 1] uit [plaats 4] ;
- Hij een im- exportbed[r]ijf in vlees runt genaamd [C BV] , samen met [persoon 5] die vanuit Bosnië werkt. Hij heeft dit bedrijf al sinds 1995;
- De onderneming is gevestigd in [plaats 5] , Bosnië;
- Hij hiermee € 2.000 of € 2.200 bruto per maand verdient;
- Hij niet precies weet hoe dit bedrag uitbetaald wordt;
- Hij 6 of 7.000 euro op zijn ING rekening heeft staan;
- Hij € 2.000 huur en € 800 GWL maand betaalt;
- Hij met de paardenhandel tussen de € 1.500 en € 2.500 per maand verdient;
- Hij 6 of 7 jaar op dit adres woont;
- Hij tussen de 600 a 1.000 per maand netto overhoudt om van te leven;
- Hij geen vermogen in binnen - of buitenland heeft;
- Hij loodsen verhuurt aan ene [persoon 6] voor 250 per bank per maand en 500
- Hij paardenspullen opkoopt, opknapt en weer verkoopt;
- Hij soms€ 100.000 of € 200.000 per maand verdiend als hij weer iemand heeft opgelicht met zijn handel in vlees;
- Hij al anderhalf jaar geleden met het Bosnische vleesbedrijf is opgehouden destijds verdiende hij € 0,75 per kilo. Er werd gehandeld tussen de 10 en 40 ton (frequentie onbekend);
- Van dat bedrijf werd geen administratie bijgehouden;
- (…).
De eerder genoemde 100 á 200.000 euro niet per maand is maar eens in de zoveel tijd, verdiend werd met de BMK oplichting en dat het geld alweer op is;
4.Berekening genoten inkomen 2008-2012
(…)
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
naar de rechtbank verstaat: medio 2011] met dat bedrijf is gestopt (P-V van 6 februari 2013, nr. PL204M 2013026934-11, p. 2 en 3, P-V van 13 februari 2013, nr. PL204M2013026934-97, p. 2 en 3, zie ook 2.6). Op grond van de eigen verklaringen van belanghebbende tijdens zijn verhoor door de politie en de aangetroffen documenten, in onderling verband bezien, acht de rechtbank aannemelijk dat belanghebbende in het jaar 2010 in vlees heeft gehandeld via hiervoor genoemd im- en exportbedrijf. Het door belanghebbende geschetste scenario dat hij de betreffende documenten heeft gebruikt voor oplichting wordt door de rechtbank niet geloofwaardig geacht en om die reden verworpen. Belanghebbende heeft van zijn ondernemingsactiviteiten geen administratie bijgehouden. Op grond daarvan is de rechtbank van oordeel dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende niet alle door hem in 2010 genoten inkomsten heeft verantwoord in zijn aangifte. Vervolgens is aan de orde de vraag tot welke bedragen de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat te weinig inkomen is aangegeven. De inspecteur verwijst daartoe naar het in 4.4 hiervoor genoemde overzicht van opbrengsten en stortingen, dat is gebaseerd op de bij belanghebbende aangetroffen bescheiden.
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar voor zover het de boeten betreft en handhaaft deze voor het overige;
- vermindert de bij de navorderingsaanslag IB/PVV 2008 opgelegde boete tot € 5.790
- vermindert de bij de navorderingsaanslag IB/PVV 2009 opgelegde boete tot € 6.262.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: