Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
“op of omstreeks 06 april 2013 te Veldhoven, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft geteeld en bewerkt (in pand [pand] ) een hoeveelheid van 254 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II”. Het Gerechtshof ’s‑Hertogenbosch heeft het vonnis van de rechtbank op 29 juni 2018 bekrachtigd.
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
undue delay), wat aanleiding geeft tot matiging van de boete met tien procent. De boete wordt daarom gematigd tot een bedrag van € 7.233.
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond, doch uitsluitend voor zover deze betrekking hebben op de aanslag ZVW 2013 en de boetebeschikking bij de aanslag IB/PVV 2013;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar betreffende de aanslag ZVW 2013, behoudens voor zover deze betrekking heeft op de beschikking belastingrente;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar betreffende de aanslag IB/PVV 2013, doch uitsluitend voor zover deze betrekking heeft op de boetebeschikking;
- vermindert de aanslag ZVW 2013 tot een berekend naar een bijdrage-inkomen van € 35.853;
- vermindert de boete bij de aanslag IB/PVV 2013 tot een bedrag van € 7.233;
- verklaart de beroepen voor het overige ongegrond;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: