Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 12 april 2018 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiseres], te [woonplaats eiserers] eiseres,
FMMU Advies B.V. (FMMU), verweerder.
Beroepsprocedure
Wat is in het kort het oordeel van de rechtbank?
Overwegingen
“Heeft iemand de beschikking over een gehandicaptenparkeerkaart bestuurder dan wordt aangenomen dat hij over voldoende vervoersalternatieven beschikt om kritische keuzes te kunnen maken als het gaat om bovenregionaal reizen met een recreatieve bestemming. Pashouders met een gehandicaptenparkeerkaart bestuurder komen in beginsel niet in aanmerking voor een hoog pkb. Indien de aanvrager […] geen gehandicaptenparkeerkaart bestuurder heeft, vindt een inhoudelijke beoordeling plaats.”
in beginselniet in aanmerking komt voor een hoog pkb. Het uitgangspunt is dus dat iemand met een gehandicaptenparkeerkaart bestuurder geen hoog pkb krijgt. Door het gebruik van ‘in beginsel’ wordt echter ook de mogelijkheid opengelaten dat er kan worden afgeweken van dit uitgangspunt.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit in stand blijven;
- draagt FMMU op het betaalde griffierecht van € 168,- aan eiseres te vergoeden.