ECLI:NL:CRVB:2015:892

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
25 maart 2015
Publicatiedatum
25 maart 2015
Zaaknummer
13-5736 VALYS
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van een hoog persoonlijk kilometerbudget voor een Valys-pas op basis van protocolcriteria

In deze zaak heeft appellant, die in het bezit is van een Valys-pas met een laag persoonlijk kilometerbudget, hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een hoog persoonlijk kilometerbudget (pkb) door Argonaut Advies B.V. De aanvraag werd afgewezen op basis van het feit dat appellant beschikt over een gehandicaptenparkeerkaart, type bestuurder, wat volgens het protocol betekent dat hij niet in aanmerking komt voor een hoog pkb. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar ook het bezwaar werd ongegrond verklaard. De bezwaararts, R.V. Braber, concludeerde dat appellant niet voldeed aan de criteria voor een hoog pkb, omdat hij voldoende vervoersalternatieven had door zijn gehandicaptenparkeerkaart.

De rechtbank Den Haag heeft het beroep van appellant tegen de afwijzing van Argonaut ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat appellant, ondanks zijn lichamelijke ongemakken, niet kon aantonen dat er bijzondere omstandigheden waren die hem in aanmerking zouden moeten laten komen voor een hoog pkb. De rechtbank stelde vast dat appellant met zijn auto zijn familie kan bezoeken, eventueel met hulp van derden.

In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van het protocol rechtvaardigen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

13/5736 VALYS
Datum uitspraak: 25 maart 2015
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van
18 september 2013, 13/3890 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
Argonaut Advies B.V. (Argonaut)
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. A. van der Plas hoger beroep ingesteld.
Namens Argonaut heeft mr. L. Stové, een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 februari 2015. Appellant is verschenen. Argonaut heeft zich laten vertegenwoordigen door drs. S.J. Heemstra en mr. M. Smit.

OVERWEGINGEN

1. De Raad gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
1.1.
Appellant beschikt over een zogenaamde Valys-pas met een laag persoonlijk kilometerbudget. Appellant heeft bij Argonaut een aanvraag ingediend om toekenning van een hoog persoonlijk kilometerbudget (pkb).
1.2.
Bij besluit van 27 februari 2013 heeft Argonaut deze aanvraag afgewezen, omdat appellant beschikt over een gehandicaptenparkeerkaart, type bestuurder. Tegen dit besluit heeft appellant bezwaar gemaakt.
1.3.
Op 20 maart 2013 heeft de bezwaararts van Argonaut, R.V. Braber, medisch advies uitgebracht. De bezwaararts heeft ten behoeve van het medisch advies het dossier van appellant bestudeerd waaronder de bij de aanvraag en in bezwaar door appellant overgelegde medische informatie, appellant telefonisch gehoord en intercollegiaal overleg gevoerd met S.J. Heemstra, verzekeringsarts/bezwaararts hoog pkb. Volgens de medisch adviseur komt appellant niet in aanmerking voor een hoog pkb omdat appellant nog in het bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart, type bestuurder.
1.4.
Bij besluit van 4 april 2013 (bestreden besluit) heeft Argonaut het bezwaar, onder verwijzing naar het medisch advies van de bezwaararts, ongegrond verklaard. Op grond van het Protocol inzake de afhandeling van indicatie aanvragen hoog persoonlijk kilometerbudget Bovenregionaal Vervoer Gehandicapten (protocol) komen aanvragers die in het bezit zijn van een gehandicaptenparkeerkaart, type bestuurder, niet in aanmerking voor een hoog pkb. Iemand met een gehandicaptenparkeerkaart beschikt in beginsel over voldoende vervoersalternatieven om kritische keuzes te kunnen maken als het gaat om bovenregionaal vervoer met een recreatieve bestemming, namelijk de eigen auto. Het feit dat derden die auto kunnen rijden, maakt dat men een vervoersalternatief heeft. Argonaut is niet gebleken van medische of ergonomische redenen bij appellant om op de afwijzing terug te komen. Ook is niet gebleken van een uitzonderlijke situatie bij appellant die afwijking van de criteria in het protocol rechtvaardigt.
2.1.
Appellant heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en daarbij aanvullende medische gegevens overgelegd. Volgens appellant is bij hem wel sprake van bijzondere omstandigheden die er toe moeten leiden dat hij in aanmerking komt voor een hoog pkb.
2.2.
De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank heeft hierbij het volgende overwogen. Vaststaat dat appellant over een auto en een gehandicaptenparkeerkaart, type bestuurder, beschikt en dat hij daarmee ingevolge het protocol wordt geacht over voldoende vervoersalternatieven te beschikken en in beginsel niet in aanmerking komt voor een hoog pkb. Volgens vaste rechtspraak (CRvB 24 december 2009, ECLI:NL:CRVB:2009:BK8421) brengt het gegeven dat een aanvrager niet lang achtereen zelf kan rijden, hier geen verandering in. Van bijzondere omstandigheden op grond waarvan het hoog pkb toch aan appellant toegekend zou moeten worden, is de rechtbank niet gebleken. Het betoog van appellant dat hij zijn familie buiten de regio niet met de trein kan bezoeken vanwege lichamelijke ongemakken, vormt naar het oordeel van de rechtbank geen uitzonderingsgrond. Appellant kan met het hem ter beschikking staande vervoersmiddel zijn familie bezoeken, eventueel door een derde in te schakelen om zijn auto voor hem te rijden en zelf als passagier mee te rijden.
3. Appellant heeft zich in hoger beroep gemotiveerd tegen de aangevallen uitspraak gekeerd.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
Appellant heeft in hoger beroep herhaald dat hij meent wel in aanmerking te komen voor een hoog pkb. Hij stelt dat bij hem sprake is van een zodanige bijzondere situatie dat afgeweken zou moeten worden van het protocol.
4.2.
De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak afdoende besproken dat niet is gebleken van bijzondere omstandigheden op grond waarvan appellant, in afwijking van het protocol, toch in aanmerking zou moeten worden gebracht voor het hoog pkb. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en volstaat met een verwijzing daarnaar. De Raad maakt dan ook het oordeel waartoe de rechtbank op grond van deze overwegingen is gekomen tot het zijne. Het hoger beroep slaagt niet en de aangevallen uitspraak zal worden bevestigd.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door A.J. Schaap, in tegenwoordigheid van G.J. van Gendt als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 25 maart 2015.
(getekend) A.J. Schaap
(getekend) G.J. van Gendt

NK