ECLI:NL:RBZWB:2017:2933

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 mei 2017
Publicatiedatum
16 mei 2017
Zaaknummer
AWB - 15 _ 6994
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroepen wegens termijnoverschrijding in belastingzaken

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 mei 2017 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van beroepen van belanghebbende tegen naheffingsaanslagen loonheffingen voor de jaren 2007 tot en met 2009. De inspecteur van de Belastingdienst had eerder op 1 april 2015 uitspraken op bezwaar gedaan, waarbij de naheffingsaanslagen en vergrijpboeten werden gehandhaafd. Belanghebbende heeft op 28 oktober 2015 beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelt dat dit beroep niet-ontvankelijk is wegens termijnoverschrijding. De rechtbank overweegt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de inspecteur vóór de verzending van de uitspraken op bezwaar op de hoogte was van de adreswijziging van de gemachtigde. Hierdoor is de termijn voor het indienen van het beroepschrift overschreden, aangezien het beroep niet binnen de voorgeschreven termijn van zes weken na de bekendmaking van de uitspraken op bezwaar is ingesteld. De rechtbank wijst de argumenten van belanghebbende over verwarring door verschillende adressen van de belastingdienst af en concludeert dat de beroepen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, meervoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummers BRE 15/6994 t/m 15/6996
uitspraak van 12 mei 2017
Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[belanghebbende], gevestigd te [vestigingsplaats] ,
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
de inspecteur.

1.Ontstaan en loop van het geding

1.1.
De inspecteur heeft aan belanghebbende over de tijdvakken 2007 tot en met 2009 naheffingsaanslagen loonheffingen, met [aanslagnummer] .A.01.7500, -8500,
-9500, opgelegd, alsmede bij beschikkingen vergrijpboeten opgelegd en heffingsrente in rekening gebracht.
1.2.
De inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 1 april 2015 de naheffingsaanslagen en de vergrijpboeten gehandhaafd.
1.3.
Belanghebbende heeft daartegen bij fax van 28 oktober 2015, ontvangen bij de rechtbank op 28 oktober 2015, beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 331. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
1.4.
Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift aan de wederpartij verstrekt.
1.5.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 september 2016 te Breda. Aldaar zijn verschenen en gehoord, de gemachtigde van belanghebbende [gemachtigde 1] , verbonden aan [kantoor gemachtigde] te Maastricht, bijgestaan door [gemachtigde 2] en
[gemachtigde 3] en namens de inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] , [inspecteur 3] , [inspecteur 4] , [inspecteur 5] en [inspecteur 6] .
De zaken met de nummers 15/6919, 15/2391 t/m 15/2397, 15/7694, 15/7695, 15/4730 t/m 15/4733, 15/6994 t/m 15/6996, 15/2410 t/m 15/2412 zijn gelijktijdig behandeld. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgesteld waarvan een afschrift gelijktijdig met het afschrift van deze uitspraak aan partijen wordt verzonden.

2.Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
2.1.
Aan belanghebbende zijn met dagtekening 29 oktober 2012 over de jaren 2007 tot en met 2009 naheffingsaanslagen loonheffingen opgelegd en de beschikkingen vergrijpboete en heffingsrente gegeven.
2.2.
Belanghebbende heeft daartegen bezwaar gemaakt. Bij uitspraken op bezwaar van
1 april 2015 heeft de inspecteur de bezwaren van belanghebbende afgewezen.
2.3.
Voormelde uitspraken op bezwaar zijn verstuurd naar het op de bezwaarschriften vermelde postbusnummer van [gemachtigde] die de bezwaarschriften namens belanghebbende heeft ingediend en in de bezwaarfase zijn gemachtigde was. [gemachtigde] schrijft in zijn mail van 6 november 2015 aan [gemachtigde 1] voor zover hier van belang:
"De reden dat de uitspraken inzake de loonheffing niet tijdig bij [mij] zijn terechtgekomen is dat wij zijn verhuisd met het kantoor en vanaf 1 april opereerde vanaf de [adres] in [plaats] . Het betreffende poststuk zou op of na 1 april ontvangen zijn op [oud adres] en door de perikelen rondom de verhuizing niet tijdig op mijn buro terechtgekomen is [door de rechtbank gelezen als ‘zijn’].”

3.Geschil

3.1.
In geschil is of de beroepen ontvankelijk zijn in verband met termijnoverschrijding.
3.2.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en het verhandelde ter zitting.
3.3.
Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van de beroepen, vernietiging van de uitspraken op bezwaar alsmede de naheffingsaanslagen. De inspecteur concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van de beroepen.

4.Beoordeling van het geschil

4.1.
De uitspraken op bezwaar zijn gericht aan een op de bezwaarschriften vermeld adres van de toenmalige gemachtigde van belanghebbende. De rechtbank acht belanghebbende niet erin geslaagd aannemelijk te maken dat de belastingdienst over de adreswijziging van die gemachtigde is geïnformeerd voordat de uitspraken op bezwaar door toezending zijn bekend gemaakt. Niet geoordeeld kan daarom worden dat de zending de belastingplichtige niet heeft bereikt als gevolg van een fout van de belastingdienst. De uitspraken op bezwaar zijn dan ook op 1 april 2015 op de voorgeschreven wijze bekend gemaakt. Nu niet binnen 6 weken na 1 april 2015 beroep is ingesteld, is de termijn voor het indienen van het beroepschrift overschreden.
4.2.
Bij een na afloop van de termijn ingediend beroepschrift blijft een niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest (artikel 6:11 van de Awb). Belanghebbende beroept zich op de verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding en voert daartoe aan dat het erg verwarrend is geweest dat de belastingdienst verschillende adressen door elkaar heeft gebruikt. Hetgeen belanghebbende heeft aangevoerd is geen reden om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. De rechtbank wijst er nog op dat op het briefpapier van de indiener van de bezwaarschriften meerdere contactmogelijkheden zijn voorgedrukt, waaronder een adres en een postbusnummer. Indien zoals hier geen sprake is van een (één) opgegeven correspondentieadres is de belastingdienst niet gehouden een consistente adresseringskeuze te maken voor de toezending van de uitspraken op bezwaar.
4.3.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen moeten de beroepen niet-ontvankelijk worden verklaard.

5.Proceskosten

De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

6.Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan op 12 mei 2017 door mr. C.A.F.M. Stassen, voorzitter,
mr. W.A.P. van Roij en mr.drs. M.H. van Schaik, rechters, en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. M.C.W. Hermus, griffier.
De griffier is verhinderd deze uitspraak mede te ondertekenen.
De griffier, De voorzitter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ ’s-Hertogenbosch.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.
Voor burgers is het mogelijk hoger beroep digitaal in te stellen. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de formulieren op Rechtspraak.nl / Digitaal loket bestuursrecht.