In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 april 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst over de registratie van een Mercedes-Benz, C-Klasse 220 CDI. De belanghebbende stelde dat zij recht had op een extra leeftijdskorting op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) omdat de auto later was geregistreerd dan de aangiftedatum. De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende, onder verwijzing naar een besluit van de staatssecretaris van 16 juni 2015, recht had op deze korting. De rechtbank volgde de stelling van de belanghebbende dat de voorwaarde dat de auto in ongewijzigde staat moest zijn gebleven, niet aan haar kon worden tegengeworpen, omdat de aangifte was ingediend in de periode waarin deze voorwaarde niet van toepassing was. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar van de inspecteur en verleende een teruggaaf van € 500 aan de belanghebbende. Tevens werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende ten bedrage van € 990. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag.