Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
€ 45 aan hem vergoedt.
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft belanghebbende, aangeduid als Blh, een beroep ingesteld tegen een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting (MRB) die was opgelegd omdat zijn auto geparkeerd stond op een steeg tijdens een schorsing van het kenteken. De rechtbank oordeelt dat de steeg feitelijk voor openbaar rijverkeer openstaat, waardoor de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. Daarnaast vordert belanghebbende een dwangsom omdat de inspecteur niet tijdig op zijn bezwaar heeft beslist. De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn op 29 december 2014 eindigde, en dat de ingebrekestelling van belanghebbende, hoewel een dag te vroeg, niet prematuur was. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur een dwangsom van € 370 verschuldigd is wegens het te laat beslissen op het bezwaar. De rechtbank verklaart het beroep gegrond voor wat betreft de dwangsom en ongegrond voor het overige. De proceskosten worden vergoed.