Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 juli 2016 uitspraak gedaan in een geschil over de toekenning van een kostenvergoeding voor de bezwaarfase. De belanghebbende, die samenwoont met haar gemachtigde, heeft verzocht om vergoeding van kosten die door haar gemachtigde in rekening zijn gebracht. De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende niet heeft aangetoond dat het verlenen van rechtsbijstand door haar gemachtigde een beroepsactiviteit is en dat er sprake is van meer dan incidentele bijstand. De inspecteur van de Belastingdienst heeft terecht geen kostenvergoeding toegekend. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.