ECLI:NL:CRVB:2003:AN9334
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- J.Th. Wolleswinkel
- G.J.H. Doornewaard
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling en deskundigheid in partnerrelatie bij rechtsbijstand
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 14 november 2003, betreft het een verzoek tot proceskostenveroordeling in het kader van een hoger beroep. De Raad heeft te oordelen over de vraag of de verleende rechtsbijstand door de gemachtigde van verzoekster, C. Dik, als deskundig en beroepsmatig kan worden aangemerkt, gezien de persoonlijke relatie tussen Dik en verzoekster. Appellant, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, heeft het hoger beroep ingetrokken en verzocht om veroordeling in de proceskosten. Dik heeft als gemachtigde van verzoekster verzocht om vergoeding van de kosten die hij heeft gemaakt in de procedure. De Raad heeft in zijn overwegingen de relevante wetgeving, waaronder artikel 21a van de Beroepswet en het Besluit proceskosten bestuursrecht, betrokken.
De Raad concludeert dat de partnerrelatie tussen Dik en verzoekster van doorslaggevend belang is voor de beoordeling van de beroepsmatigheid van de verleende rechtsbijstand. De Raad oordeelt dat Dik, vanwege zijn persoonlijke relatie met verzoekster, niet als onpartijdig kan worden beschouwd en derhalve niet als deskundige kan worden aangemerkt. Dit heeft tot gevolg dat de kosten die Dik heeft gemaakt niet voor vergoeding in aanmerking komen. De Raad wijst het verzoek van verzoekster om vergoeding van proceskosten af, evenals de vordering tot terugbetaling van het griffierecht, omdat dit griffierecht niet is betaald in het kader van het onderhavige hoger beroep.
De uitspraak benadrukt het belang van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van rechtsbijstandverleners, vooral in situaties waar persoonlijke relaties een rol spelen. De Raad heeft de beslissing genomen in het openbaar, waarbij de betrokken partijen de gelegenheid hebben gekregen om hun standpunten naar voren te brengen. De uitspraak is definitief en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.