Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 21 april 2016 van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , te [woonplaats] , eiser,
de korpschef van politie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Betrokkene wordt ten tijde van het tenlastegelegde in staat geacht de wederrechtelijkheîd van de hem tenlastegelegde feiten in te zien. Echter, het is onderzoekers niet bekend of betrokkene de destijds gepleegde handelingen op dat moment als wederrechtelijk heeft ervaren. In zijn optiek handelde hij zoals er van hem verwacht werd. Ongeacht wat de juiste weergave van feiten is, duidelijk wordt in ieder geval dat betrokkene gebukt ging onder forse stressgerelateerde klachten, depressieve gevoelens en mogelijk ook herbelevingen, terwijl zijn copingsvaardigheden fors te kort schoten om met deze negatieve gevoelens om te gaan. In plaats van hulp te zoeken of zijn werkzaamheden neer te leggen stortte hij zich op het werk, trok hij zich terug in een isolement en werd hij overspoeld door de negatieve gevoelens. Het niet gezien of gehoord worden leidde bovendien tot vervreemding, agitatie en krenking. Deze problematiek, samenhangend met de beschreven psychopathologie, was dusdanig ernstig en invaliderend dat betrokkene hierdoor in zijn keuzevrijheid en handelsvrijheid werkt beperkt en het tenlastegelegde hem ons inziens in verminderde mate dient te worden toegerekend.”
Betrokkene was in staat de wederrechtelijkheid van de feiten in te zien, maar door de beschreven problematiek was hij in verminderde mate in staat hierna te handelen.”
Nee, er kan bij betrokkene niet worden gesproken van een dwangstoornis. Er wordt wel