ECLI:NL:RBZWB:2016:2494
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroepschriften inzake navorderingsaanslagen en belastingaanslagen
Op 22 april 2016 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin belanghebbende in beroep ging tegen verschillende belastingaanslagen opgelegd door de inspecteur van de Belastingdienst. De inspecteur had aan belanghebbende navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2010, 2012 en 2013 opgelegd, evenals aanslagen op de premie Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslagen, maar de inspecteur verklaarde de bezwaren ongegrond bij uitspraken op bezwaar van 25 november 2015.
Belanghebbende heeft op 11 januari 2016 beroepen ingesteld tegen deze uitspraken op bezwaar, maar de rechtbank oordeelde dat de beroepschriften niet tijdig waren ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken, en deze termijn eindigde op 6 januari 2016. Belanghebbende had het beroepschrift op 24 december 2015 per post verzonden, maar dit was niet tijdig ontvangen door de rechtbank. Pas op 11 januari 2016 werd het beroepschrift persoonlijk afgegeven.
De rechtbank oordeelde dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat het beroepschrift tijdig was verzonden en dat de omstandigheden die hij aanvoerde geen verschoonbaarheid voor de termijnoverschrijding opleverden. De rechtbank verklaarde de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. drs. M.H. van Schaik en op dezelfde dag openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier C.C.A. Koster.