Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
U zich niet onderwerpt aan geldende tentamens c.q. examens.
3.Geschil
- Is de door belanghebbende geclaimde afdrachtvermindering terecht door de inspecteur gecorrigeerd? Deze vraag spitst zich toe op de vragen of sprake is van een initiële opleiding in de zin van artikel 14, eerste lid, onderdeel d, van de Wva en of is voldaan aan de voorwaarde dat de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding is geweest.
- Als op grond van de wet terecht is gecorrigeerd; kan belanghebbende een geslaagd beroep doen op het vertrouwensbeginsel?
- Zijn de beschikkingen heffingsrente terecht en op juiste bedragen vastgesteld?
- Tot welk bedrag heeft belanghebbende recht op een vergoeding voor de immateriële schade?
- Heeft belanghebbende recht op een integrale proceskostenvergoeding?
4.Beoordeling van het geschil
2. Een opleiding is een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening en op de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voorzover deze activiteiten onder begeleiding van het instellingsbestuur plaatsvinden.
3. Aan elke opleiding is een examen verbonden. Aan elke onderwijseenheid is een tentamen verbonden.
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- veroordeelt de inspecteur tot vergoeding van de door belanghebbende geleden immateriële schade, vastgesteld op € 2.500;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 620;
- gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 656 (tweemaal € 328) aan hem vergoedt.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: