Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 25 februari 2016 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , te [naam woonplaats] , eiser,
en [naam eiseres] , te [naam woonplaats] , eiseres,tezamen: eisers,
de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank Breda (SVB), verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
17 december 2013 terug te zijn gekomen in Nederland en dat eisers geen AIO-aanvulling meer wensen te ontvangen. Tegen dat besluit is geen bezwaar gemaakt.
De SVB verstrekt op eisers ouderdomspensioen een aanvulling tot bijstandsniveau op grond van artikel 47a, van de WWB. Op grond van voornoemd artikel heeft de SVB tot taak algemene bijstand te verstrekken in de vorm van een AIO-aanvulling.
Op grond van het zesde lid van dit artikel is het college bevoegd onderzoek in te stellen naar de juistheid en volledigheid van de verstrekte gegevens en zo nodig naar andere gegevens die noodzakelijk zijn voor de verlening dan wel de voortzetting van bijstand. Indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft kan het college besluiten tot herziening of intrekking van de bijstand.
Het vierde lid van dit artikel bepaalt dat het college een besluit tot toekenning van bijstand herzie, dan wel intrekt een besluit tot toekenning van bijstand, indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 17, eerste lid, of artikel 30c, tweede en derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand.
Het achtste lid van dit artikel voegt hieraan toe dat geheel of gedeeltelijk van terugvordering kan worden afgezien indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn.