Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 16 januari 2015 van de meervoudige kamer in de zaken tussen
[naam eiseres], te [woonplaats], gemeente Gilze en Rijen, eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
“(…) Op 16 januari 2013 kwam een buitenlands echtpaar op het adres [adres1] wonen. Ik zag dat de vrouw toen hoogzwanger was. Ik zag verder dat dit echtpaar slechts twee dagen op het adres [adres1] heeft gewoond. Ik zag dit echtpaar af en toe heel even op het adres [adres1]. Zij waren altijd samen en slechts een kort moment binnen. Als u mij vraagt of het adres [adres1] vanaf 16 januari 2013 was bewoond is mijn antwoord nee. Na 24 maart 2013 heb ik dit echtpaar niet meer gezien.”Als onderbouwend bewijs doet het college daarnaast nog een beroep op een huisbezoek op 21 februari 2013 en een gesprek en huisbezoek van 26 februari 2013. Ten slotte heeft het college een verklaring van 11 april 2013 van de verloskundige van eiseres in de procedure gebracht waaruit blijkt dat eiseres na de bevalling op 7 april 2013 naar haar partner in [woonplaats] is gegaan en daar enkele weken zou blijven.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt bestreden besluit II voor zover dat ziet op de hoogte van de boete;
- herroept het primaire besluit II voor zover dat ziet op de hoogte van de boete en legt eiseres een boete op van € 836,56;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde deel van bestreden besluit II;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 45,00 aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.948,00.