Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
heeft gezegd dat als ze haar begroting helemaal op tafel legt, ze zich financieel niet veel kan permitteren. Als men een BV opricht, ligt dit anders. Dan kunnen gelden veilig worden gesteld”.
“(…) opschonen van activiteiten met als doel participatie van cliënten over de hele breedte, integreren van beide bedrijven: paardrijden, koetsrijden, veulens naar de zorgboerderij, twee vertrekplekken, paardrijden en betuigd rijden voor alle AC-deelnemers (…).”
“in het kader van innovatie in de zorg en kwaliteit van huisvesting zoals benodigd en gewenst voor de cliëntengroep”. Daartoe is beslist in de vergadering van de RvT van 15 december 2009. In de jaarstukken 2010 staat een voorziening die is gevormd voor een verplichting tot datzelfde bedrag van € 1.411.000 voor [E BV]: “
in verband met een, aan voorwaarden verbonden, eenmalige bijdrage in de investeringskosten in het kader van innovatie in de zorg en kwaliteit van huisvesting zoals benodigd en gewenst voor de cliëntengroep van [Stichting C].”
In feite zit in [E BV] een financiële reserve, gevormd uit overwegend AWBZ-middelen, die indien noodzakelijk weer ten gunste dient te komen aan [Stichting C].” en “Kosten PNIL [rechtbank: personeel niet in loondienst]) [E BV] zijn begroot (…) voor € 1.558.746. De opbrengsten zijn gebaseerd op 40 cliënten (waarvan 12 wooncliënten) en bedragen (inclusief begeleiding speciaal) € 1.349.827.”
“(…) Ten behoeve van de verkoop zijn [paard 2] er in juli 2009 gestald en [paard 1] van 02-04-2009 tot en met 29-04-2009. (…) Verder zijn er nimmer paarden in de [Manege] gestald. Daarnaast worden de paarden verder afgericht; de [Manege] wordt daarvoor te hulp geroepen. Indien er lessen/trainingen gegeven worden aan [B] [rechtbank: dochter [B]] worden deze kosten niet vergoed. Er zijn buiten genoemde facturen, géén stallingsfacturen.(…)”.
: “(…) Mijn hobby is paardrijden. Paardrijden met een doel, namelijk deelnemen aan dressuurwedstrijden (…) Mijn vader vindt het leuk dat ik paard rijd en komt op een concours meestal kijken (…)”.
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
“Voor [paard 3] en [paard 4] had [B] het paard [roepnaam paard 5]. Dat was niet geschikt dus die is verkocht. Daarna kreeg [B] het paard [paard 6]. Dit paard had een heupprobleem en is toen weggegaan. Daarna kwam [paard 7]. Die had een probleem in de rug of nek en die is toen ook afgevoerd.”
2008 2009
€ 30.040 € 53.073
5.Proceskosten
6.Schadevergoeding
7.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de aanslag voor het jaar 2008 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 351.274 met handhaving van de overige elementen van de aanslag en vermindert de heffingsrente dienovereenkomstig;
- vermindert de aanslag voor het jaar 2009 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 345.884 met handhaving van de overige elementen van de aanslag en vermindert de heffingsrente dienovereenkomstig;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 2.940;
- veroordeelt de inspecteur tot vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 1.500;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: