In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 mei 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een politieambtenaar (eiseres) en de korpschef van politie (verweerder) over de toekenning van een functie binnen het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP). Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de korpschef van 4 juli 2014, waarin haar functie werd gematcht met een LFNP-functie in schaal 13, terwijl zij stelde dat haar organieke schaal 14 was. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres met de overgelegde stukken voldoende heeft aangetoond dat haar functie inderdaad in schaal 14 valt. De korpschef heeft geen bewijs geleverd voor zijn stelling dat de organieke schaal 13 zou zijn. De rechtbank oordeelt dat de toegepaste TPT-regel onjuist was en dat de functie van eiseres correct gematcht moest worden met de functie van sectorhoofd in schaal 14. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en zelf in de zaak voorzien door eiseres de LFNP-functie ‘sectorhoofd’ in schaal 14 toe te kennen, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2012. Tevens is de korpschef veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.