ECLI:NL:CRVB:2014:1023
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- K.J. Kraan
- C.H. Bangma
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van taakaccenten in het kader van de functie van een politieambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een politieambtenaar tegen de beslissing van de korpschef van politie met betrekking tot de vaststelling van zijn taakaccenten. De appellant, werkzaam bij de politie, had geen bezwaar gemaakt tegen eerdere besluiten die zijn functie en uitgangspositie bepaalden. De korpschef had op basis van afspraken in het Centraal Georganiseerd Overleg Politie (CGOP) taakaccenten vastgesteld, maar de appellant was van mening dat zijn werkzaamheden als plaatsvervangend senior niet correct waren meegenomen in deze vaststelling. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat de korpschef de werkzaamheden van de appellant niet ten onrechte niet tot de taakaccenten heeft gerekend, omdat deze niet voortvloeien uit de eigen functie. De Raad bevestigt de uitleg van de rechtbank dat bij taakaccenten specifieke taken of werkzaamheden horen die direct uit de functie voortvloeien. De Raad concludeert dat het hoger beroep van de appellant niet slaagt en bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, die het beroep van de appellant ongegrond had verklaard. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing in het openbaar hebben uitgesproken.