In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 april 2015, werd het beroep van eiser tegen het besluit van de korpschef van politie inzake de functiewijziging binnen het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP) behandeld. Eiser, die in dienst was als 'Vakspecialist Technisch Support', betwistte zijn gewijzigde uitgangspositie per 1 maart 2012, die volgens de korpschef was vastgesteld in een primair besluit van 16 december 2013. Eiser voerde aan dat de korpschef in het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd was ingegaan op zijn bezwaren tegen deze wijziging.
De rechtbank oordeelde dat de korpschef niet voldoende had gemotiveerd waarom de uitgangspositie van eiser als 'Vakspecialist Technisch Support' in rechte vaststond. De rechtbank stelde vast dat de korpschef in het bestreden besluit niet adequaat had gereageerd op de gronden van eiser, wat leidde tot een motiveringsgebrek. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het bestreden besluit, waarbij de korpschef werd opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak.
Daarnaast werd de korpschef veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 980,-. De rechtbank benadrukte dat de transponeringstabel, die bepalend was voor de functiewijzigingen, een algemeen verbindend voorschrift is waartegen geen bezwaar en beroep mogelijk is. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.