ECLI:NL:RBZWB:2015:382
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid en motivering bij de toekenning van LFNP-functies aan politieambtenaren
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 januari 2015 uitspraak gedaan in drie samenhangende beroepen van politieambtenaren tegen besluiten van de korpschef inzake de toekenning van LFNP-functies. Eiseressen stelden dat de korpschef hen onterecht had ingedeeld in het vakgebied 'Intake & Service' in plaats van 'Tactische Opsporing', wat leidde tot een verschraling van hun functies. De rechtbank oordeelde dat de transponeringstabel, die als algemeen verbindend voorschrift (avv) geldt, als grondslag voor de besluiten kon dienen. Echter, de rechtbank constateerde dat de korpschef onvoldoende had gemotiveerd waarom de uitkomst van de matching in overeenstemming was met de bedoeling van de wetgever. De rechtbank vernietigde de bestreden besluiten en droeg de korpschef op om binnen zes weken nieuwe besluiten te nemen, waarbij het griffierecht aan de eiseressen moest worden vergoed. De rechtbank benadrukte dat de hardheidsclausule niet correct was toegepast en dat de korpschef de belangen van de individuele ambtenaren had moeten afwegen tegen de organisatiebelangen.