Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 augustus 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst over naheffingsaanslagen loonheffingen en verzuimboeten. De belanghebbende had een auto ter beschikking gesteld gekregen door zijn werkgever en stelde dat hij niet meer dan 500 privékilometers per jaar had gereden, wat hem vrijstelde van bijtelling. De inspecteur had echter naheffingsaanslagen opgelegd op basis van een gebrekkige rittenregistratie die niet voldeed aan de wettelijke vereisten. De rechtbank oordeelde dat de rittenregistratie te veel onnauwkeurigheden bevatte en dat de belanghebbende niet overtuigend had aangetoond dat hij de auto voor minder dan 500 kilometer privé had gebruikt. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de naheffingsaanslagen en verzuimboeten, die in overeenstemming waren met de wet en het beleid. De rechtbank zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.