4.3.1Inleiding
Op grond van de verklaringen van verdachte (bij de politie en ter zitting), de bevindingen van de politie en de overige verklaringen in het dossier kunnen de volgende feiten dienen als vertrekpunt voor de beoordeling van de bewijsvraag.
- Op 10 augustus 2011 kwam bij de politie een melding binnen van [aangever] van [energieleverancier] dat hem bij het oplossen van een storing in een transformatorhuisje behorend bij een windmolen, gelegen aan de [straatnaam] te Ritthem, gemeente Vlissingen, was gebleken dat de windmolen meer energie gebruikte dan opleverde. Het verbruik was enorm toegenomen, factor 10 à 15 keer. [aangever] verklaarde dat op dat transformatiehuisje behalve de windmolen alléén de stroomvoorziening van het adres [straatnaam] te Ritthem is aangesloten en dat de contractant op dit adres is genaamd [medeverdachte 3]. Uit de resultaten van verschillende blokmetingen was [aangever] gebleken dat er gedurende blokken van twaalf uur een verhoogde energieafname op de [straatnaam] was, terwijl uit de gebruikersgegevens van het adres [straatnaam] niet bleek van een hoog energieverbruik. De gemeten fasen en de piekbelasting wezen op de aanwezigheid van een grote hennepkwekerij op genoemd
adres;
- Op verzoek van de politie werd nogmaals een blokmeting uitgevoerd vanaf 6 september 2011 tot en met 7 september 2011. Daaruit viel af te leiden dat op 7 september 2011 de droogperiode was ingegaan en dat – uitgaande van een gebruikelijk droogperiode - op 10 september 2011 geoogst zou kunnen worden;
- Op 7 september 2011 zijn onder leiding van de rechter-commissaris en in aanwezigheid van de officier van justitie en twee medewerkers van het energiebedrijf [energieleverancier], waaronder genoemde [aangever], de woning en de bijgebouwen op het adres [straatnaam], ter inbeslagneming betreden en doorzocht;
- In een schuur bij de woning werden een in werking zijnde hennepkwekerij en diverse hennep gerelateerde materialen aangetroffen. Daarbij werden in twee professioneel ingerichte kweektenten (van elk 480 cm breed en 720 cm lang) in totaal 880 bijna oogstrijpe hennepplanten aangetroffen. De tenten waarin de hennepplanten stonden, konden worden dichtgeritst zodat het licht en de warmte in de tent bleven. Voor deze tenten waren balen met stro opgestapeld zodat de tenten bij het openen van de mendeuren van de schuur aan het zicht van buiten werden onttrokken;
- In de kweektent 1 werden 440 hennepplanten aangetroffen met een gemiddeld gewicht van 381 gram (totaal 167.640 gram) en de in kweektent 2 440 hennepplanten met een gemiddeld gewicht van 407 gram (totaal 179.080 gram). Het betroffen planten van het geslacht “Cannabis Sativa”. Het is een feit van algemene bekendheid dat hennep een middel is dat is vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
- Ook werd geconstateerd dat buiten de meter om energie werd afgenomen. [aangever] heeft hierover in de aangifte van diefstal stroom (elektrische energie), namens de benadeelde [energieleverancier] verklaard dat in de meterkast van de woning aan de onderzijde van de automaten een illegale elektriciteitsaansluiting was gemaakt. Twee voedingskabels buiten de elektriciteitsmeter om voorzagen de hennepkwekerij van energie. Contractueel was er een aansluiting van 3 x 25 ampère, nu was er aansluiting van 3 x 100 ampère. Volgens [aangever] is in de grafieken duidelijk te zien dat sinds eind april 2011 het verbruik ineens enorm stijgt;
- Op 7 september 2011 werden ter plaatse, aan de [straatnaam], als verdachten aangehouden: [medeverdachte 3]en [verdachte];
- Tussen de materialen voor de kwekerijen (op een klein zoldergedeelte in de kweekruimte) werd een doos met onder anderen stekkers en elektriciteitskabels aangetroffen. Op de doos zat een sticker met de volgende gegevens: “mr. [medeverdachte 1], [medeverdachte 1]vof, adres [adres medeverdachte 1]. Verder werd in de kwekerij een bord aangetroffen met twee 06-telefoonnummers (waaronder het nummer eindigend op 3834) en de naam “[verdachte]”.
- Bij de doorzoeking werd onder [verdachte] onder anderen de mobiele telefoon met genoemd 06-gebruikersnummer eindigend op 3834 in beslag genomen. In die telefoon was een 06-nummer opgeslagen ten name van “[naam 1]” (nummer eindigend op 3538). Met dit nummer was drie maal gebeld en waren vijf sms-berichten verstuurd naar het nummer eindigend op 3834. Verder was één van de gebelde nummers, het 06-nummer eindigend op 5316 onder de naam “[naam 2]”;
- Uit verder onderzoek bleek dat het 06-nummer eindigend op 3538 in gebruik was bij [medeverdachte 1] (in diens portemonnee werd de kaart aangetroffen waarin het SIM-kaartje van dat nummer had gezeten) en dat het 06-nummer eindigend op 5316 ten name stond van [medeverdachte 2] te Zoetermeer. Ook bleek dat het 06-nummer eindigend op 3538 op verschillende data in de periode van 6 juli 2011 tot en met 31 augustus 2011 diverse malen masten heeft aangestraald in Zeeland, waaronder masten in Middelburg en Vlissingen;
- Op beelden van de camera die van 18 augustus 2011 tot en met 25 augustus 2011 op de [straatnaam] heeft gestaan werd gezien dat op 21 augustus 2011 en op 24 augustus 2011
een Alfa Romeo 156 sportwagon het terrein van de [straatnaam] opreed, met als laatste lettercombinatie van het kenteken “LP”. Bij raadpleging van de registers van de Rijksdienst voor het wegverkeer (RDW) bleek dat een Alfa Romeo 156 sportwagon 1.9 JTD, kenteken [kenteken] van 7 februari 2011 tot 28 maart 2011 op naam heeft gestaan van [medeverdachte 1], geboren [geboortedag medeverdachte 1] 1978, en dat die auto sinds 28 maart 2011 ten name staat van [medeverdachte 2];
- Op 20 september 2011 is in zijn woning te Nootdorp [medeverdachte 1], geboren op [geboortedag medeverdachte 1] 1978, als verdachte aangehouden. Bij de doorzoekingen ter inbeslagneming in zijn woning en in zijn bedrijf zijn onder anderen aangetroffen: handleiding/studiemateriaal/hand-outs, met handgeschreven aantekeningen “Opticlimate” betreffende kweken met CO2een CO2 brander, dozen met assimilatielampen, irrigatiemateriaal, een tijdschakelaar, ingeschakeld op 12 uur voor een voedingscomputer om water en voeding te mengen voor een kwekerij.
4.3.2Verklaringen van verdachte en de medeverdachten bij de politie
4.3.2.1 Verdachte heeft bij de politie verklaard:
- dat hij samenwoont met zijn ex-vriend [medeverdachte 3] en voorkomende werkzaamheden op de boerderij doet (141);
- dat hij rond de jaarwisseling in coffeeshop [naam coffeeshop] aangesproken werd door een man (142), een Noord Afrikaan die hem zei dat een bekende van hem met hem wilde praten en dat hij de indruk kreeg dat het over een hennepkwekerij ging (143);
- dat later drie personen bij hen op bezoek kwamen en dat [medeverdachte 3] dit goed vond (143);
- dat de personen hebben gezegd dat ze bij hen een hennepkwekerij wilden opzetten en dat zij ([medeverdachte 3] en hij) hebben aangegeven dat het in de grote schuur kon (143);
- dat hijzelf, [medeverdachte 3], die Noord-Afrikaanse man en nog twee andere personen bij die bespreking aanwezig waren (166);
- dat twee of drie dagen later de bouw is gestart door twee personen die niet uit Zeeland kwamen en die zich [naam 2] en [medeverdachte 1] noemden (143);
- dat tijdens het bouwen ook andere personen mee kwamen (143);
- dat de personen hebben gezegd dat ze in de meterkast moesten zijn en dat hij heeft gezegd: “ga je gang” (144);
- dat hij balen stro rondom de kwekerij heeft geplaatst omdat zowel [medeverdachte 1] en [naam 2] als hijzelf wilde dat deze niet zichtbaar was (190);
- dat hij de telefoonnummers op het bord in de schuur heeft geschreven voor “die knakkers” zodat, als hij niet op de boerderij was, zij hem konden bellen (148);
- dat er sms-contact is geweest met “die knakkers” (148);
- dat hij voor “die knakkers” wel eens gasflessen, butaangas, haalde die zij nodig hadden voor de kwekerij (hij schat vijf maal) (149);
- dat hij wel eens in de kwekerij is gegaan omdat er water vanonder de deur kwam (150);
- dat dit kwam omdat het waterreservoir in de kwekerij was leeg gelopen en dat hij toen een sms’je heeft gestuurd met de tekst “de meiden hebben honger” (168);
- dat de kwekerij professioneel is opgezet en dat er 800-900 planten stonden (144);
- dat hij achteraf is geschrokken van de grootte en de hoeveelheid van de planten van de kwekerij (166);
- dat [naam 2] en [medeverdachte 1] geld, 8.000 euro voor hem en 8.000 euro voor [medeverdachte 3] hebben neergelegd (169);
- dat al dat geld op is en dat hij een deel daarvan voor een goed doel in Afrika heeft weggegeven en de rest heeft besteed aan onder meer de aankoop van een tweedehands maaier voor de boerderij, een scooter en een hond (169), en
- dat hij blowt en ook wel zelf weed heeft gekweekt voor eigen gebruik (190).
4.3.2.2 Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft bij de politie verklaard:
- dat hij sinds 2005 woont op de boerderij aan de [straatnaam] te Ritthem (80);
- dat hij een relatie heeft gehad met [verdachte], die nog bij hem op de boerderij woont (80);
- dat [verdachte] kwam met het idee om op de boerderij een hennepkwekerij op te zetten en dat er personen op de boerderij zijn gekomen (92);
- dat er afspraken zijn gemaakt met betrekking tot compensatie voor het gebruik van de schuur en dat deze afhankelijk was van de opbrengst (93);
- dat hij ermee heeft ingestemd dat er een hennepkwekerij werd opgestart in de schuur van zijn boerderij (93), en
- dat het is gegaan zoals [verdachte] heeft gezegd, namelijk dat [naam 2] en [medeverdachte 1] zouden komen om de kwekerij op te bouwen en dat dit in april, mei zal zijn geweest (96).
4.3.2.3 Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft bij de politie verklaard:
- dat hij in eind maart of in april 2011 te maken kreeg met de kwekerij in Ritthem. Het begon met het bestellen van spullen. Hij heeft een “faaijwand” besteld, een soort gipswand, die zijn gebruikt om rond de airco’s te bouwen in de kwekerij. De platen zijn aan hem gefactureerd en hij heeft contant geld ontvangen om die facturen te betalen (269);
- dat hij in een paardenstal airco dingen heeft aangesloten met kabels in een soort groepenkast in de schuur. De schakelborden hingen er al. Ook stonden er balen stro omheen. Ze waren bezig zwarte tenten in elkaar te zetten (231);
- dat hem is verteld dat de elektriciteit rond de meter was aangelegd (269);
- dat er in de kwekerij een CO2 apparaat stond opgesteld en dat hij de gasslang van de gasfles naar de brander heeft aangesloten (236)
- dat hij een aftakking van de waterleiding heeft aangelegd en een vulkraan boven het waterreservoir (269);
- dat hij ook voor de airco een waterleiding heeft gemaakt (232);
- dat hij er wekelijks heen ging om te kijken of de airco’s het nog deden en dat hij daar ook wel eens een onderdeel aan heeft vervangen (232);
- dat hij ook wel een ontbrekend snoertje hier en daar heeft aangesloten (232) en pvc bochtjes op verzoek heeft meegenomen (233);
- dat hij niet door [medeverdachte 3] of [verdachte] is gevraagd in de kwekerij te werken (237);
- dat [verdachte] hem heeft verteld dat hij al lange tijd het plan had om een wietkwekerij te beginnen en dat [verdachte] [medeverdachte 3] moest overhalen om dit plan uit te voeren. [verdachte] had ook bedacht om de balen hooi of stro rondom de kwekerij te plaatsen. Ook vertelde [verdachte] dat hij elke week gasflessen ging ruilen bij een vulstation in de buurt (279);
- dat de materialen die zijn aangetroffen in zijn bedrijf een restant betrof van de kwekerij (231), waaronder een CO2 brander en een voedingscomputer om water en voeding te mengen voor een kwekerij (hij moest deze repareren), dat betrof eenzelfde voedingscomputer als die in de kwekerij in Ritthem hing. Hij zou een vergoeding krijgen voor het opslaan van die spullen (235);
- dat hij de bij hem thuis aangetroffen handleiding voor een Opticlimate en een presentatie voor “kweken met CO2” had meegenomen uit de kwekerij omdat hij nieuwsgierig was in dat soort dingen (270);
- dat hij de Alfa Romeo 156 sportwagon heeft verkocht aan [medeverdachte 2] (281);
- dat hij heeft gezien dat [verdachte] en [medeverdachte 3] zijn uitbetaald, met veel klein geld in alle mogelijke coupures (280);
- dat hij vijf maanden in de kwekerij heeft gewerkt en dat hij daarmee, naar hij denkt,
€ 3.200 aan heeft verdiend (281), dat hij dat bedrag heeft beredeneerd vanuit het aantal weken dat hij er heeft gewerkt tegen het bedrag van € 25 per uur (287).
4.3.4Nadere Bewijsoverwegingen
- Periode feiten 1 en 2
- De rechtbank gaat, gelet op de grafieken van het stroomverbruik, genoemd door de aangever [aangever], met de officier van justitie er vanuit dat de periode van de teelt en de diefstal van de stroom eind april 2011 is aangevangen.
- Beroep of bedrijf
In de Aanwijzing Opiumwet (2012A021), Stcrt 2012, 26938, is (onder 3.2.1) opgenomen wat onder beroeps- of bedrijfsmatig handelen wordt verstaan. Dit hangt - kort gezegd - af van de mate van professionaliteit, afgemeten aan het soort perceel waarop geteeld wordt, belichting, verwarming, bevloeiing, etc., opgenomen in bijlage 1 bij de Aanwijzing.
Volgens de Aanwijzing wordt aangenomen dat sprake is van beroeps- of bedrijfsmatig handelen:
- indien, ongeacht de hoeveelheid planten, wordt voldaan aan twee of meer punten, genoemd in de lijst van indicatoren met betrekking tot de mate van professionaliteit, zoals opgenomen in bijlage 1 bij de Aanwijzing, en
- indien er sprake is van het telen van hennep om geldelijk gewin te verkrijgen, ongeacht de hoeveelheid planten.
De rechtbank stelt vast dat er in dit geval sprake was van een “hoge professionaliteit” als bedoeld in de bijlage 1 bij de Aanwijzing, zoals kunstlicht op tijdklokken, een centraal geregeld bevloeiingssysteem, een grote, verdeelde en afgeschermde ruimte binnen, een geïsoleerde afscherming m.b.t. daglicht en temperatuur en een CO2-suppletie gestuurde installatie. Bovendien werd er geteeld ter verkrijging van geldelijk gewin.
Het verweer van de raadsman wordt verworpen.
- Handelshoeveelheid
Artikel 1 onder 2 van het Opiumwetbesluit bepaalt dat een hoeveelheid van 200 hennepplanten (of meer) als “grote hoeveelheid” als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet moet worden beschouwd, zodat deze bepaling in dit geval van toepassing is en als zodanig ook in de kwalificatie van feit 1 tot uitdrukking zal worden gebracht.
- Medeplegen of medeplichtigheid ?
De rechtbank is van oordeel dat verdachte bij de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, de teelt van hennepplanten en de diefstal van de elektriciteit, moet worden aangemerkt als medepleger, nu verdachte willens en wetens heeft samengewerkt met zijn (inmiddels ex-) vriend en mededader bij de hennepkwekerij. De hennepkwekerij bevond zich in een schuur die eigendom was van [medeverdachte 3]. Verdachte heeft de afspraken gemaakt om in die schuur een hennepkwekerij te gaan exploiteren en hij hield dagelijks toezicht op het bedrijf van [medeverdachte 3]. Hij heeft balen stro opgestapeld voor de kweektenten vanwege het risico van ontdekking van de kwekerij en hij heeft allerlei werkzaamheden verricht ten behoeve van de kwekerij, zoals het bijvullen van het waterreservoir in de kwekerij en het omruilen van gasflessen. Verder was hij contactpersoon voor de “bouwers” van de kwekerij door hen zijn telefoonnummer te geven en contact met hen op te nemen toen er problemen waren met de watertoevoer in de kwekerij. Verdachte heeft ook de eerste afspraken over de plannen voor het exploiteren van een hennepkwekerij gemaakt. Hij was volledig op de hoogte van de hennepkwekerij en heeft zich daarvan niet gedistantieerd. Dusdoende heeft hij tevens de kans op de koop toegenomen dat, zoals vaak voorkomend, de stroom voor die kwekerij buiten de meter om zou worden aangelegd. Verdachte, die zelf gebruiker van softdrugs was en ook wel voor zichzelf wat plantjes had gekweekt, heeft nagelaten dit te controleren Bovendien heeft verdachte een ruime vergoeding ontvangen (van € 8.000,00), die volgens afspraak afhankelijk was van de opbrengst van de kwekerij . Aldus kan verdachte als medepleger verantwoordelijk worden gehouden voor het telen van de hennepplanten en diefstal van stroom voor de kwekerij. Het arrest van de Hoge Raad waar de raadsman naar verwijst ziet op de situatie dat de bewijsvoering van het betreffende gerechtshof tekort schoot omdat het hof niet - nader - had gemotiveerd op welke gronden moest worden aangenomen dat verdachtes bijdrage aan de werking en inrichting van de kwekerij en de toelevering van de benodigde energie kon worden aangemerkt als een welbewuste en nauwe samenwerking met één of meer anderen, strekkende tot het voltooien van de tenlastegelegde misdrijven. Die gronden zijn wat betreft het onderhavige geval, hiervoor uitdrukkelijk omschreven.
Het verweer van de raadsman dat verdachte slechts een dermate geringe rol bij de hennepteelt heeft gespeeld dat er sprake was van “medeplichtigheid” wordt daarom verworpen, evenals het verweer dat hij in geheel geen rol heeft gespeeld bij de diefstal van de stroom.
- Witwassen?
Verdachte wist dat de vergoeding die hij ontving afhankelijk was van de opbrengst uit de hennepteelt. Hij heeft – in de wetenschap dat het geld uit de opbrengst van die illegale activiteiten afkomstig was – dat geld ontvangen (verworven), voorhanden gehad en omgezet, door dit bedrag te besteden aan privé uitgaven voor de aankoop van een maaimachine en een scooter en een hond.