ECLI:NL:HR:2011:BR2892
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie over gegronde bewijsklacht medeplegen in hennepplantagezaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 oktober 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1960 en woonachtig te Rijswijk, was eerder veroordeeld voor het medeplegen van het telen van hennepplanten en diefstal van elektriciteit. De bewezenverklaring steunde op verschillende bewijsmiddelen, waaronder verklaringen van de verdachte en getuigen, alsook proces-verbaal van de politie. De verdachte had op 7 februari 2008 in een pand aan de [a-straat 1] te Rijswijk 444 hennepplanten aanwezig gehad en elektriciteit gestolen. De Advocaat-Generaal Aben had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het Gerechtshof.
De Hoge Raad oordeelde dat de middelen van cassatie terecht waren voorgesteld, omdat de bewezenverklaring niet naar de eisen van de wet was gemotiveerd. De gebezigde bewijsmiddelen gaven niet zonder meer aan dat de verdachte zo bewust en nauw met anderen had samengewerkt dat er sprake was van medeplegen. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, zodat deze opnieuw op het bestaande hoger beroep kon worden berecht en afgedaan.
Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering van de bewezenverklaring in strafzaken, vooral wanneer het gaat om de kwalificatie van medeplegen. De Hoge Raad heeft hiermee een belangrijke uitspraak gedaan die gevolgen kan hebben voor de beoordeling van soortgelijke zaken in de toekomst.