In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting die is opgelegd aan een autohandelaar. De naheffingsaanslag van € 413, met een gelijke boete, is opgelegd omdat op 24 april 2012 is vastgesteld dat de auto van belanghebbende gebruik maakte van de openbare weg zonder dat motorrijtuigenbelasting was betaald en zonder handelaarskenteken. De rechtbank heeft geoordeeld dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, omdat de auto op de controlefoto aannemelijk de auto van belanghebbende is. De rechtbank heeft echter de boete verminderd tot € 382, omdat de auto op het moment van constatering 339 dagen tot de bedrijfsvoorraad van belanghebbende behoorde. De rechtbank heeft de uitspraak van het Hof 's-Hertogenbosch van 1 maart 2013, LJN:BZ2784, niet als reden gezien om tot een ander oordeel te komen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de inspecteur de naheffingsaanslag en de boete terecht heeft gehandhaafd, en dat er geen sprake was van misbruik van kentekenplaten. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard voor zover het de boete betreft, en de inspecteur gelast het griffierecht van € 42 aan belanghebbende te vergoeden. De uitspraak is gedaan op 3 mei 2013 en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.