Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de aanslag tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 42.382 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.568;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.179;
- gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 42 aan hem vergoedt.
2.Gronden
€ 141.556
- toepassing van eigenwoningreserve (EWR): € 678,45 (11.250/648.000 maal € 39.079)
- schatting ontvangen depotrente € 1.322
- de correctie EWR terecht is;
- de inspecteur de waarde van [adres 3] voor box 3 juist heeft vastgesteld en meer in het bijzonder of belanghebbende (daarbij) gebonden is aan de onder 2.8 genoemde vaststellingsovereenkomst;
- de inspecteur de waarde van [adres 1] voor box 3 juist heeft vastgesteld.
€ 4.250
€ 241.000
3.Proceskosten
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;