ECLI:NL:RBZUT:2012:BY6873
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.P. van Baaren
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake WOZ-waarde en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 19 december 2012 uitspraak gedaan in een geschil over de WOZ-waarde van een onroerende zaak en de daarbij toegekende proceskostenvergoeding. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde WOZ-waarde van € 375.000, welke door de heffingsambtenaar van de gemeente Lochem was vastgesteld op 31 januari 2012. Na het bezwaar, dat op 21 juni 2012 gegrond werd verklaard, werd de WOZ-waarde verlaagd naar € 357.000. Eiser had echter geen beroep ingesteld tegen deze lagere waarde, wat leidde tot de vraag of hij nog belang had bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep.
De rechtbank overwoog dat eiser geen belang meer had bij de beoordeling van zijn beroep, omdat de uitspraak van de rechtbank hem niet in een gunstiger positie kon brengen dan de reeds toegekende proceskostenvergoeding. De rechtbank verwees naar een arrest van de Hoge Raad van 8 september 2006, waarin werd gesteld dat de gemaakte afspraken tussen eiser en zijn gemachtigde over de kosten geen grond vormden voor een inhoudelijke beoordeling. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling, aangezien eiser al een vergoeding had ontvangen.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser niet-ontvankelijk, wat betekent dat de rechtbank niet verder inging op de inhoudelijke argumenten van eiser. De uitspraak werd gedaan door mr. R.P. van Baaren, en de beslissing werd in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.