ECLI:NL:RBZUT:2011:BR1647
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.P. van Baaren
- E.H.T. Rademaker
- A.L.M. Steinebach-de Wit
- Rechtspraak.nl
Onverbindendheid van de verordening reclamebelasting van de gemeente Voorst en willekeurige belastingheffing
In deze zaak heeft eiseres, een B.V. gevestigd te Twello, beroep ingesteld tegen de aanslagen in de reclamebelasting voor de jaren 2009 en 2010, opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Voorst. Eiseres betoogt dat de verordening reclamebelasting van de gemeente onverbindend is en dat de belastingheffing willekeurig is. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken waarin is vastgesteld dat het toegestaan is om de inkomsten uit reclamebelasting te besteden aan activiteiten en voorzieningen in de binnenstad. De rechtbank oordeelt dat de individuele heffing niet gerelateerd hoeft te zijn aan het profijt dat een individu heeft van zijn openbare aankondiging en dat het toegestaan is de heffing te beperken tot de binnenstad. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van willekeurige belastingheffing, aangezien alle belastingplichtigen in de heffing zijn betrokken. De beroepen van eiseres worden ongegrond verklaard.
De rechtbank stelt vast dat de verordening reclamebelasting is vastgesteld door de gemeenteraad en dat de gemeente de vrijheid heeft om de opbrengsten van de reclamebelasting te bestemmen. De rechtbank overweegt dat de hoogte van het tarief van € 1.175 per vestiging niet onredelijk is en dat de gemeentelijke wetgever de tarieven van gemeentelijke heffingen mag vaststellen. De rechtbank concludeert dat de verordening niet in strijd is met de Gemeentewet en dat de aanslagen rechtmatig zijn opgelegd. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en er bestaat geen aanleiding voor een veroordeling in proceskosten. Tevens wordt opgemerkt dat ten onrechte tweemaal griffierecht is geheven, wat zal worden gerestitueerd.