ECLI:NL:RBZUT:2009:BK7611

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
24 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
106812 KG RK 09-747
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • G. Vrieze
  • A.B.A.P.M. Varenhorst
  • R.P. van Baaren
  • R.M.A.G. van Valderen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van faillissementsrechter door Harderwijkse ondernemer

In deze zaak heeft de Harderwijkse ondernemer, dhr. S., een verzoek tot wraking ingediend tegen de faillissementsrechter mr. R.M.A.G. van Valderen. De wrakingskamer van de Rechtbank Zutphen heeft op 24 december 2009 geoordeeld dat dhr. S. niet-ontvankelijk is in zijn verzoek. De wrakingskamer stelde vast dat het verzoek te laat was ingediend, aangezien de faillietverklaring al was uitgesproken door mr. Van Valderen. Dhr. S. had op 6 oktober 2009 een mondeling wrakingsverzoek ingediend, maar de wrakingskamer oordeelde dat dit verzoek niet bedoeld is om een onwelgevallig blijkende uitspraak te ondermijnen, vooral niet wanneer er nog hoger beroep openstaat.

De wrakingskamer heeft de procedure en de argumenten van beide partijen zorgvuldig overwogen. Tijdens de behandeling van het wrakingsverzoek op 26 oktober 2009 heeft mr. Van Valderen de leden van de wrakingskamer, mrs. Vrieze, Varenhorst en Van Baaren, gewraakt. De wrakingskamer heeft echter geconcludeerd dat het wrakingsverzoek van dhr. S. niet ontvankelijk was, omdat het verzoek te laat was ingediend, na de uitspraak van de faillietverklaring.

De beslissing van de wrakingskamer is in het openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de relevante wetgeving en eerdere jurisprudentie, waaronder de uitspraak van de Hoge Raad van 18 december 1998. De wrakingskamer heeft benadrukt dat een wrakingsverzoek niet kan dienen om een negatieve uitspraak te herroepen, vooral niet als er nog mogelijkheden voor hoger beroep zijn. De zaak is afgesloten met de conclusie dat dhr. S. niet kan worden ontvangen in zijn verzoek tot wraking.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige wrakingskamer
Zaaknummer: 106812 KG RK 09-747
Datum beslissing: 24 december 2009
Beslissing op een verzoek als bedoeld in artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering gedaan door:
[verzoeker]
wonende te Harderwijk,
strekkende tot wraking van
mr. R.M.A.G. van Valderen,
vice-president bij deze rechtbank.
1. Het procesverloop
1.1 Op 6 oktober 2009 heeft mr. Van Valderen een verzoek dat strekte tot faillietverklaring van [verzoeker], verder te noemen ‘[verzoeker]’, behandeld. Op die terechtzitting van 6 oktober 2009 heeft [verzoeker] een mondeling wrakingsverzoek ingediend tegen mr. Van Valderen. Mr. Van Valderen heeft niet in de wraking berust, schriftelijk verweer gevoerd en aangekondigd dat hij ter zitting van de wrakingskamer zou verschijnen.
1.2 Tijdens de openbare behandeling van het wrakingsverzoek van [verzoeker] op 26 oktober 2009, waarvan proces-verbaal is opgemaakt, heeft mr. Van Valderen de leden van de meervoudige wrakingskamer mrs. Vrieze, Varenhorst en Van Baaren mondeling gewraakt. Bij e-mail van 27 oktober 2009 en bij brief van 28 oktober 2009 heeft mr. Van Valderen zijn verzoek tot wraking met feiten en omstandigheden onderbouwd.
1.3 Mrs. Vrieze, Varenhorst en Van Baaren hebben niet in de wraking berust en zij hebben bij schrijven van 17 november 2009 schriftelijk verweer gevoerd tegen het wrakingsverzoek.
1.4 Het wrakingsverzoek van mr. Van Valderen is behandeld ter openbare terechtzitting van de wrakingskamer van 19 november 2009. Ter zitting zijn verschenen: mr. Van Valderen, mrs. Vrieze en Varenhorst en [verzoeker]. Mr. Van Baaren heeft bericht dat hij niet in de gelegenheid was om te verschijnen.
1.5 Ter zitting van 19 november 2009 heeft mr. Van Valderen het wrakingsverzoek, voor zover gericht tegen mrs. Varenhorst en Van Baaren, ingetrokken. Het wrakingsverzoek is derhalve slechts gericht tegen mr. Vrieze, voorzitter van de wrakingskamer.
1.6 Bij beschikking van 1 december 2009 is het verzoek van mr. Van Valderen niet-ontvankelijk verklaard.
1.7 Op 21 december 2009 is de behandeling van 26 oktober 2009 voortgezet in de stand waarin deze zich op dat moment bevond. Zowel wraker als de gewraakte rechter heeft zijn standpunt aan de hand van een pleitnota toegelicht.
Na mondelinge re- en dupliek is de uitspraak bepaald op heden.
2. De beoordeling van het verzoek
2.1 De wrakingskamer ziet zich allereerst voor de vraag gesteld of [verzoeker] in zijn verzoek tot wraking kan worden ontvangen.
2.2 Blijkens de uitspraak van de Hoge Raad van 18 december 1998, LJN AD2977, NJ 1999/271 kan een wrakingsverzoek worden ingediend in elke stand van het geding - mits vóór de einduitspraak. De Hoge Raad overwoog daartoe dat “Aangezien de wet niet voorziet in de mogelijkheid om, wanneer de behandeling van de zaak is geëindigd door het wijzen van een einduitspraak, wraking te verzoeken van de rechters die deze uitspraak hebben gedaan, verzoeker ook om die reden niet-ontvankelijk (is) in dit wrakingsverzoek.”
Vorenstaand uitgangspunt is ook opgenomen in artikel 4.4 van het Wrakingsprotocol Rechtbank Zutphen, zoals vastgesteld in de bestuursvergadering van 19 juni 2007.
2.3 De wrakingskamer stelt vast dat het wrakingsverzoek van [verzoeker] is gedaan nadat de faillietverklaring door mr. Van Valderen was uitgesproken. De wrakingskamer neemt daarbij in aanmerking dat de uitlating van mr. Van Valderen tijdens de eerste behandeling van het wrakingsverzoek ter zitting van 26 oktober 2009 “Ik heb het faillissement uitgesproken; toen hoorde ik daarna de wraking”, volgens het proces-verbaal van die wrakingszitting onweersproken is gebleven blijkens de reactie van [verzoeker] dat hij niet weet of het woord “faillissement” al gevallen was toen hij wraakte: “de rechter draaide weer weg van de microfoon. Ik kan daarom niet uitsluiten dat hij het woord “faillissement” al uitsprak“.
2.4 Het wrakingsverzoek is - gelet op het vorenstaande - te laat ingediend. De wrakingskamer overweegt daarbij dat een wrakingverzoek nimmer het effect mag hebben een voor betrokkene negatief blijkende uitspraak (voorlopig) teniet te doen, temeer waar hoger beroep open staat.
2.5 De wrakingskamer komt tot de slotsom dat [verzoeker] niet kan worden ontvangen in zijn verzoek tot wraking van mr. Van Valderen.
3. De beslissing
De wrakingskamer:
- verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Deze beslissing is gegeven te Zutphen door mrs. G. Vrieze, A.B.A.P.M. Varenhorst en
R.P. van Baaren en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 24 december 2009.