ECLI:NL:HR:2010:BM9603
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van cassatieberoep tegen beslissing op wrakingsverzoek
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarbij [verzoeker] niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn cassatieberoep. Het cassatieberoep was ingesteld tegen een beslissing van de wrakingskamer van de rechtbank Zutphen, die op 24 december 2009 [verzoeker] niet-ontvankelijk had verklaard in zijn wrakingsverzoek tegen mr. R.M.A.G. van Valderen, vicepresident van de rechtbank Zutphen. Deze vicepresident had eerder een faillissementsverzoek van [verzoeker] behandeld. De Hoge Raad oordeelde dat tegen een beslissing op een verzoek tot wraking ingevolge artikel 39 lid 5 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geen voorziening openstaat. Dit betekent dat er geen mogelijkheid is om in cassatie te gaan tegen een dergelijke beslissing, tenzij er sprake is van een doorbrekingsgrond, wat in dit geval niet het geval was. De klachten die [verzoeker] had aangevoerd, bevatten geen beroep op een doorbrekingsgrond, waardoor de Hoge Raad concludeerde dat [verzoeker] niet in zijn beroep kon worden ontvangen. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda, die strekte tot niet-ontvankelijkverklaring, werd door de Hoge Raad gevolgd. De beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels.