ECLI:NL:HR:2010:BM9603

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/01309
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van cassatieberoep tegen beslissing op wrakingsverzoek

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarbij [verzoeker] niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn cassatieberoep. Het cassatieberoep was ingesteld tegen een beslissing van de wrakingskamer van de rechtbank Zutphen, die op 24 december 2009 [verzoeker] niet-ontvankelijk had verklaard in zijn wrakingsverzoek tegen mr. R.M.A.G. van Valderen, vicepresident van de rechtbank Zutphen. Deze vicepresident had eerder een faillissementsverzoek van [verzoeker] behandeld. De Hoge Raad oordeelde dat tegen een beslissing op een verzoek tot wraking ingevolge artikel 39 lid 5 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geen voorziening openstaat. Dit betekent dat er geen mogelijkheid is om in cassatie te gaan tegen een dergelijke beslissing, tenzij er sprake is van een doorbrekingsgrond, wat in dit geval niet het geval was. De klachten die [verzoeker] had aangevoerd, bevatten geen beroep op een doorbrekingsgrond, waardoor de Hoge Raad concludeerde dat [verzoeker] niet in zijn beroep kon worden ontvangen. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda, die strekte tot niet-ontvankelijkverklaring, werd door de Hoge Raad gevolgd. De beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels.

Uitspraak

24 september 2010
Eerste Kamer
10/01309
DV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. J.C.J. Smallenbroek.
Verzoeker tot cassatie zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 09/476 F van de rechtbank Zutphen van 6 oktober 2009;
b. de beslissing in de zaak 106812 KG RK 09-747 van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank Zutphen van 24 december 2009.
De beslissing van de wrakingskamer is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Op 24 december 2009 heeft de wrakingskamer van de rechtbank Zutphen [verzoeker] niet-ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoek, ingediend tegen mr. R.M.A.G. van Valderen, vicepresident bij de rechtbank Zutphen, die eerder een verzoek tot faillietverklaring van [verzoeker] behandelde. Tegen deze beslissing heeft verzoeker beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De gewraakte vicepresident heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van [verzoeker] in zijn cassatieberoep.
3. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het cassatieberoep
[Verzoeker] heeft beroep ingesteld tegen een beslissing op de voet van art. 36 Rv. Tegen een beslissing op een verzoek tot wraking staat ingevolge art. 39 lid 5 Rv. echter geen voorziening open. De aangevoerde klachten houden ook geen beroep op een doorbrekingsgrond in. [Verzoeker] kan derhalve in zijn beroep niet worden ontvangen.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn cassatieberoep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 24 september 2010.