RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Parketnummer: 07.794502-09
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 6 december 2011
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1959 te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
1 HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 5 augustus 2010, 18 januari 2011,
4 juli 2011 en 22 november 2011. Op laatstgenoemde datum heeft de inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen de verdachte plaatsgevonden, waarbij de verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. I.A. Groenendijk, advocaat te Den Haag.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.E.M. Doedens en van de standpunten door de raadsvrouw van verdachte naar voren gebracht.
De verdachte is, na een tweetal wijzigingen tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1a.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 januari 2006 tot 20 mei 2009 in de gemeente Lelystad en/of elders in Nederland (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (telkens) (de kassier van) de gemeente Lelystad heeft bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedragen tot een totaalbedrag van 129519,67 euro althans enig geldbedrag:
- ten behoeve van de aankoop/aanschaf en/of afkoop van een leasecontract en/of lease/huur (voor het in eigendom en/of privé gebruik verkrijgen) van:
* een auto ([kenteken A]) in of omstreeks de maand juli 2006 een geldbedrag van 11195 euro althans enig geldbedrag ( A1)
en/of
* een auto ([kenteken B]) in of omstreeks de maand september 2006 een geldbedrag van 1055 euro althans enig geldbedrag (A2)
en/of
* een auto ([kenteken C]) in of omstreeks de maand januari 2007 een geldbedrag van 20750 euro althans enig geldbedrag (A3)
en/of
* een auto ([kenteken D]) in of omstreeks de maand oktober 2007 een geldbedrag van 14000 euro althans enig geldbedrag (A5)
en/of
* een auto ([kenteken E]) in of omstreeks de maand juni 2006 een geldbedrag van 11500 euro althans enig geldbedrag (A6)
en/of
* een auto ([kenteken F]) en/of een auto ([kenteken L]) in of omstreeks de maand maart 2008 een geldbedrag van 7250 euro althans enig geldbedrag (A7)
en/of
* een auto ([kenteken G]) in of omstreeks de maand december 2006 een geldbedrag van 9500 euro althans enig geldbedrag (B1)
en/of
* een auto ([kenteken H]) in of omstreeks de maand mei 2007 een geldbedrag van 13000 euro althans enig geldbedrag (B2)
en/of
* een auto ([kenteken I]) in of omstreeks de maand juni 2007 een geldbedrag van 11750 euro althans enig geldbedrag (B3)
en/of
* een auto ([kenteken J]) in of omstreeks de maand juli 2007 een geldbedrag van 7750 euro althans enig geldbedrag (C1)
en/of
* een auto ([kenteken K]) in of omstreeks de maand augustus 2007 een geldbedrag van 3750 euro althans enig geldbedrag (C2)
en/of
- ten behoeve van betaling maaltijdkosten in hotel (als privé persoon):
* in of omstreeks de maand maart 2008 een geldbedrag van 519,67 euro althans enig geldbedrag (Overige zaken, declaraties, factuur pagina 96/275),
en/of
- met betrekking tot de door hem, verdachte, namens de gemeente Lelystad aangeschafte Irischeques / cadeaubonnen te weten voor:
* 150 Irischeques op of omstreeks 26 januari 2006 een geldbedrag van 1500 euro althans enig geldbedrag (Cadeaubonnen I, volgnummer 1)
* 250 Irischeques op of omstreeks 4 juli 2006 een geldbedrag van 2500 euro althans enig geldbedrag (Cadeaubonnen I, volgnummer 2)
* 280 Irischeques op of omstreeks 8 februari 2007 een geldbedrag van 3250 euro althans enig geldbedrag (Cadeaubonnen I, volgnummer 3)
* 550 Irischeques op of omstreeks 13 juni 2007 een geldbedrag van 5500 euro althans enig geldbedrag (Cadeaubonnen I, volgnummer 4)
* 250 Irischeques op of omstreeks 17 december 2007 een geldbedrag van 4750 euro althans enig geldbedrag (Cadeaubonnen I, volgnummer 6)
hebbende verdachte (telkens) met voren omschreven oogmerk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid – zakelijk weergegeven - :
- met betrekking tot een of meer van bovengenoemde auto’s en/of de gemaakte maaltijdkosten in een hotel als afdelingshoofd van de Stadswinkel van de gemeente Lelystad en/of (uit hoofde van die functie) tekenbevoegde werknemer bij de gemeente Lelystad voor de aankoop/aanschaf en/of afkoop van een leasecontract en/of lease/huur van een van die auto(’s) en/of de betaling van die maaltijdkosten in een hotel:
* een factuur laten opstellen/maken op naam van de gemeente Lelystad ter attentie van FZ-ADM en/of Publieke Zaken en/of
* nadat die factu(u)r(en) door (de kassier van) de gemeente Lelystad was/waren ontvangen die factu(u)r(en) voor betaling al dan niet schriftelijk en/of met een handtekening geaccordeerd en/of (een) gerichte aanvra(a)g(en) tot het doen van (een) spoedeisende betaling(en) ondertekend en/of (een) formulier(en) betreffende het ter betalingstellen van (een) factu(u)r(en) ondertekend en/of
* (daarbij/daarmee) tegen (de kassier van) de gemeente Lelystad gezegd althans bij (de kassier van) de gemeente Lelystad de indruk gewekt dat die auto(’s) althans zaken was/waren gekocht/aangeschaft en/of geleasd en/of gehuurd en/of die maaltijdkosten waren gemaakt voor en/of ten behoeve van de gemeente Lelystad
en/of
- met betrekking tot die Irischeques als afdelingshoofd van de Stadswinkel van de gemeente Lelystad en/of (uit hoofde van die functie) tekenbevoegde werknemer bij de gemeente Lelystad voor de aankoop/aanschaf van Irischeques:
* die Irischeques namens de gemeente Lelystad besteld en/of
* die Irischeques heeft opgehaald en/of
* ter betaling van die Irischeques een factuur laten opstellen/maken en/of laten verzenden op naam van de gemeente Lelystad ter attentie van FZ-ADM en/of BO-FZ en/of (afdeling) Stadswinkel en/of
* nadat die factu(u)r(en) door (de kassier van) de gemeente Lelystad was/waren ontvangen die factu(u)r(en) voor betaling al dan niet schriftelijk en/of met een handtekening geaccordeerd en/of (een) gerichte aanvra(a)g(en) tot het doen van (een) spoedeisende betaling(en) ondertekend en/of (een) formulier(en) betreffende het ter betalingstellen van (een) factu(u)r(en) ondertekend en/of
* ondanks het feit dat de gemeente Lelystad naar aanleiding van de voor die Irischeques ontvangen of te ontvangen factu(u)r(en), die Irischeques heeft betaald of zal gaan betalen en aan (de kassier van) de gemeente Lelystad al dan niet schriftelijk medegedeeld dat door hem, verdachte, de door hem namens de gemeente Lelystad gekochte en op te halen en/of opgehaalde Irischeques (uit eigen middelen) moesten worden en/of was/waren betaald en/of (vervolgens)
* voor de (terug)betaling van de door hem, verdachte, te maken en/of gemaakte kosten al dan niet schriftelijk een declaratie bij (de kassier van) de gemeente Lelystad ingediend en/of daarbij die declaratie met een handtekening geaccordeerd en/of (een) gerichte aanvra(a)g(en) tot het doen van (een) spoedeisende betaling(en) ondertekend en/of (een) formulier(en) betreffende het ter betalingstellen van (een) factu(u)r(en) ondertekend,
waardoor (de kassier van) de gemeente Lelystad (telkens) werd bewogen tot bovengenoemde afgifte;
althans, indien het vorenstaande onder 1a niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 januari 2006 tot 20 mei 2009 in de gemeente Lelystad en/of elders in Nederland, telkens opzettelijk enig geld en/of goed, te weten:
- een motorvoertuig voorzien van het kenteken [kenteken L], althans de aanschafwaarde, ten bedrage van 27.450 euro, van een motorvoertuig voorzien van het kenteken [kenteken L] (dossier auto’s A8) en/of
- een motorvoertuig voorzien van het kenteken [kenteken M], althans de aanschafwaarde, ten bedrage van 18.500 euro, van een motorvoertuig voorzien van het kenteken [kenteken M] (dossier auto’s B4) en/of
- een motorvoertuig voorzien van het kenteken [kenteken K], althans de aanschafwaarde, ten bedrage van 11.500 euro, van een motorvoertuig voorzien van het kenteken [kenteken K] (dossier auto’s C2) en/of
- één of meer geldbedrag van in totaal 17.500,- euro (dossier Cadeaubonnen I, volgnummers 1, 2, 3, 4 en 6 van schema) en/of
- een geldbedrag van 551,05 Euro (zie dossier Overige Zaken, declaraties, factuur pagina 96/275),
in elk geval telkens enige goederen en/of geld, die geheel of ten dele toebehoorden aan de gemeente Lelystad, in elk geval telkens aan een ander of anderen dan aan verdachte en welke goederen verdachte telkens uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van/als afdelingshoofd van de Stadswinkel van de gemeente Lelystad, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
1b
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 januari 2006 tot mei 2009 in de gemeente Lelystad en/of elders in Nederland, telkens opzettelijk enig geld en/of enig goed, te weten:
- éénenvijftig, althans één of meer VVV Irischeques, elk met een waarde van 10,- Euro (zie dossier Cadeaubonnen II, pagina 4) en/of
- honderd, althans één of meer VVV-Irischeques, elk met een waarde van 10,- Euro (zie dossier Cadeaubonnen II, pagina 4) en/of
- een Tom Tom (zie dossier Overige Zaken, Tom Tom)
in elk geval telkens enige goederen en/of geld, die geheel of ten dele toebehoorden aan de gemeente Lelystad, in elk geval telkens aan een ander of anderen dan aan de verdachte en welke goederen verdachte telkens uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van/als afdelingshoofd van de Stadswinkel van de gemeente Lelystad, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 26 januari 2006 tot 8 juli 2008 in de gemeente Lelystad en/of elders in Nederland, telkens
- een aan de kassier van de gemeente Lelystad gerichte aanvraag gedateerd 26 januari 2006 tot het doen van een spoedeisende betaling van 1500,- Euro wegens aanschaf van VVV Irischeques bonnen (dossier Cadeaubonnen I, volgnummer 1 van schema op pagina 2 van pv) en/of
- een aan de kassier van de gemeente Lelystad gerichte aanvraag gedateerd 25 juli 2007 tot het doen van een spoedeisende betaling van 5.000,- Euro wegens aanschaf van VVV Irischeques bonnen (dossier Cadeaubonnen I, volgnummer 5 van schema op pagina 2 van pv) en/of
- een aan de kassier van de gemeente Lelystad gerichte aanvraag gedateerd 4 februari 2008 tot het doen van een spoedeisende betaling van 5.000,- Euro wegens aanschaf van theaterbonnen (dossier Cadeaubonnen I, volgnummer 7 van schema op pagina 2 van pv) en/of
- een aan de kassier van de gemeente Lelystad gerichte aanvraag gedateerd 18 maart 2008 tot het doen van een spoedeisende betaling van 10.000,- Euro wegens aanschaf van VVV Irischeques bonnen (dossier Cadeaubonnen I, volgnummer 9 van schema op pagina 2 van pv) en/of
- een aan de kassier van de gemeente Lelystad gerichte aanvraag gedateerd 8 juli 2008 tot het doen van een spoedeisende betaling van 5.000,- Euro wegens aanschaf van theaterbonnen (dossier Cadeaubonnen I, volgnummer 11 van schema op pagina 2 van pv)
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte telkens op die aanvragen bonnen en/of bestellingen vermeld, die telkens niet daadwerkelijk besteld en/of geleverd waren namens en/of door en/of aan de gemeente Lelystad, zulks met het oogmerk om die/dat geschriften telkens als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2007 tot en met 11 juni 2009 in de gemeente Lelystad en/of elders in Nederland, voorwerpen, te weten:
- VVV Irischeques, althans voorwerpen en/of geld in totaal voor 17.500 Euro (dossier Cadeaubonnen II, pagina 387) en/of
- een geldbedrag van 10.500 Euro (dossier auto’s A3) en/of
- een geldbedrag van 14.000 Euro (dossier auto’s A5) en/of
- een geldbedrag van 8.000 Euro (dossier auto’s B2) en/of
- een geldbedrag van 1.500 Euro (dossier auto’s B4) en/of
- een geldbedrag van 4.250 Euro (dossier auto’s C3) en/of
- een geldbedrag van 5.400 Euro (dossier auto’s C3),
althans telkens geldbedragen,
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of van die voorwerpen gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerpen telkens – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf, terwijl hij, verdachte, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
De rechtbank verbetert in de tenlastelegging kennelijke schrijffouten. De verdachte wordt blijkens het onderzoek ter terechtzitting daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4 DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN
Inleiding
Op 9 februari 2009 werd door de heer [Getuige A] namens de gemeente Lelystad aangifte gedaan tegen een ex-werknemer genaamd, [naam verdachte], verdachte. Er zou sprake zijn geweest van verduistering in dienstbetrekking, valsheid in geschrift, oplichting en witwassen. De aangifte werd gedaan nadat bij intern onderzoek door de gemeente 11 facturen waren gevonden die door de aangever als verdacht en onrechtmatig werden omschreven. Deze facturen zouden door de verdachte als budgethouder betaalbaar zijn gesteld. Betreffende facturen hadden onder meer betrekking op de aanschaf van auto’s bij Athlon Car Lease BV in Almere, onderhoudskosten van auto’s en de aanschaf van cadeaubonnen bij de Stichting Den Haag Marketing in Den Haag.
Naar aanleiding van voornoemde aangifte werd een strafrechtelijk onderzoek ingesteld tegen de verdachte. Zo werd onder meer onderzoek gedaan naar de huidige en historische kentekens op naam van de verdachte, werd alle relevante informatie met betrekking tot bestellingen van cadeaubonnen door de gemeente Lelystad en/of de verdachte bij Den Haag Marketing en/of VVV Geschenkbon BV opgevraagd, werd onderzoek ingesteld naar de financiën van de verdachte en werd alle relevante informatie met betrekking tot de aan en verkoop van auto’s door de gemeente Lelystad en/of de verdachte bij Athlon Car Lease opgevraagd.
Uiteindelijk is verdachte op 11 augustus 2009 aangehouden in het politiebureau in Lelystad en is hij diverse malen gehoord. Voorts zijn 24 personen als getuige gehoord.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat de onder 1a primair, 1b, 2 en 3 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
Zij heeft ten aanzien van het onder 1a primair ten laste gelegde aangevoerd dat alle in de tenlastelegging genoemde auto’s door de gemeente zijn betaald en dat dit niet zou zijn gebeurd zonder tussenkomst van de verdachte, waardoor de gemeente is bewogen tot afgifte van de geldbedragen. Voorts had de verdachte geen toestemming deze auto’s aan te schaffen, hetgeen meebrengt dat zijn handelen wederrechtelijk was. De auto’s zijn privé gebruikt door de verdachte en merendeels gebruikt voor het inruilen tegen weer andere auto’s, waardoor de verdachte is bevoordeeld. Verdachte heeft daarbij gebruik gemaakt van listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels. Hij speelde bedrieglijk in op een procedure waarin stelselmatig op goed vertrouwen een bepaalde controle achterwege werd gelaten en er was sprake van een opeenstapeling van leugens.
Voor wat betreft de maaltijdkosten heeft de officier van justitie aangevoerd dat de verdachte de gemeente heeft bewogen tot afgifte van een geldbedrag onder het valse voorwendsel dat het een etentje van gemeentewege betrof en hij zichzelf daarmee bewust heeft bevoordeeld.
Ten aanzien van de cadeaubonnen heeft de officier van justitie aangevoerd dat de verdachte de gemeente heeft bewogen tot afgifte van geldbedragen met het oogmerk zichzelf te bevoordelen en zich daarbij heeft bediend van listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels.
De officier van justitie heeft ten aanzien van het onder 1b ten laste gelegde aangevoerd dat niet anders kan worden geconcludeerd dan dat een groot aantal VVV Irischeques door de verdachte is uitgegeven, terwijl hij geen toestemming had deze cheques te behouden en ten eigen nutte te besteden, waarmee hij zich de cheques wederrechtelijk heeft toegeëigend.
Ten aanzien van de TomTom heeft de officier van justitie aangevoerd dat deze tijdens de doorzoeking in de auto van de verdachte is aangetroffen en dat de verdachte deze ten behoeve van de gemeente heeft gekocht en vermoedelijk mocht kopen.
Voor wat betreft het onder 2 ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat de in de tenlastelegging genoemde spoedbetalingen zijn aangevraagd voor bestellingen, die door de verdachte zouden zijn betaald of gedaan. Slechts in één geval was daadwerkelijk een bestelling gedaan, echter niet door de verdachte betaald. In de overige gevallen staan tegenover de declaraties geen bestellingen.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat de cheques zijn besteld en opgehaald door de verdachte en dat hij ten aanzien van een aantal cheques ook heeft bekend dat ze zijn uitgegeven voor privédoeleinden. Voorts is een aantal cheques te linken aan kassabonnen die in de woning van de verdachte zijn aangetroffen (door middel van de uitgiftedatum). Het geld dat de verdachte heeft laten overmaken door Athlon heeft hij op zijn eigen rekening laten storten.
De officier van justitie heeft aangevoerd dat alle gelden/opbrengsten zich aldus hebben vermengd met het eigen geld en vermogen van de verdachte en vervolgens zijn uitgegeven, hetgeen witwassen oplevert. Gelet op de lange periode waarin hij dit heeft gedaan, kan worden bewezen dat sprake is van gewoontewitwassen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft opgemerkt dat, gelet op de graaicultuur die heerste bij de gemeente Lelystad, kritisch moet worden gekeken naar de getuigenverklaringen in het dossier.
Ten aanzien van de auto’s heeft zij aangevoerd dat de kosten betreffende de kilometervergoedingen te hoog werden en dat om die reden dienstauto’s werden ingevoerd. De auto’s A1 en A2 waren dienstauto’s en daar is ook voor meegetekend. Ten aanzien van deze auto’s heeft de raadsvrouw verzocht verdachte vrij te spreken van het ten laste gelegde.
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat op initiatief van de verdachte daarna is overgegaan tot de aankoop van tweedehands leaseauto’s in plaats van de aanschaf van leasecontracten. Daar is het aldus de raadsvrouw misgegaan en werden de grenzen tussen wat van de gemeente was en wat tot het privé eigendom van de verdachte behoorde vermengd.
De raadsvrouw heeft ten aanzien van de overige in de tenlastelegging genoemde auto’s opgemerkt dat het bestanddeel listige kunstgrepen niet bewezen kan worden verklaard, zodat verdachte ook daarvan dient te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de VVV Irischeques heeft de raadsvrouw verzocht de verdachte vrij te spreken. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de bonnen ten behoeve van diverse gemeentedoeleinden zijn aangeschaft. Voorts werden de bonnen gehanteerd als vergoeding/betalingssysteem voor bijzondere diensten, hetgeen verklaart dat de verdachte bonnen in zijn bezit had. Er was ook geen sprake van een deugdelijke bonnenregistratie.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1a:
Algemeen:
Door de verdediging is aangevoerd dat kritisch dient te worden gekeken naar de getuigenverklaringen, gelet op de cultuur die heerste bij de gemeente Lelystad. De rechtbank overweegt dat zij geen enkele reden heeft te twijfelen aan de juistheid van de door de getuigen afgelegde verklaringen. Zij hebben er geen enkel belang bij te verklaren, zoals zij hebben verklaard. Dat sprake zou zijn geweest van een zogeheten graaicultuur bij de gemeente Lelystad is de rechtbank noch op grond van de zich in het dossier bevindende stukken noch op grond van het verhandelde ter terechtzitting gebleken. Ook dit vormt derhalve naar het oordeel van de rechtbank geen reden te twijfelen aan de juistheid en de betrouwbaarheid van de door de getuigen afgelegde verklaringen.
De auto’s:
De rechtbank overweegt dat de verdachte, ten aanzien van alle auto’s zoals vermeld in de tenlastelegging, heeft verklaard dat hij de opdracht tot aanschaf daarvan heeft gegeven en dat hij daartoe facturen betaalbaar heeft gesteld. De bedragen voor de aanschaf van de auto’s zijn aldus telkens door de gemeente Lelystad aan Athlon Carlease in Almere betaald. Voorts heeft verdachte bekend dat door Athlon Carlease bedragen betreffende de inruil van auto’s op zijn privérekening zijn gestort en dat hij deze bedragen vervolgens ook voor privédoeleinden heeft aangewend, onder meer voor de aankoop van privéauto’s. Door de gemeente Lelystad werd vervolgens het gehele aankoopbedrag van de nieuwe auto (zonder aftrek van de inruilwaarde van de ingeruilde auto) betaald aan Athlon Carlease.
Door de verdachte is ten aanzien van een aantal van de auto’s aangevoerd dat dit daadwerkelijk dienstauto’s waren. De rechtbank overweegt daarover het volgende. Blijkens de zich in het dossier bevindende getuigenverklaringen, was er bij de Stadswinkel van de gemeente Lelystad in de ten laste gelegde periode slechts één dienstauto in gebruik en dit betrof een Fiat Puncto.
Zo heeft de getuige [getuige B] verklaard: “Bij de Stadswinkel reed 1 dienstauto. … Het betrof een zwarte Fiat, ik geloof dat het een Punto sport was. …Bij de afdeling Stadswinkel rijdt nu geen dienstauto meer omdat dit niet nodig was.”
De getuige [getuige C] heeft verklaard: “Er was 1 dienstauto. Dit was een klein zwart autootje. Het was een lease auto. Ik geloof dat het een Fiat was. Van mei 2006 tot september 2008 is er altijd maar 1 dienstauto geweest.”
De getuige [getuige D] heeft verklaard op de vraag of de afdeling Stadswinkel de beschikking had over een dienstauto: “Ja, een zwarte geloof dat het een Fiat was. … Ik vond niet dat de Stadswinkel een dienstauto nodig had, absoluut niet.”
De getuige [getuige E] heeft verklaard op de vraag of de afdeling Stadswinkel de beschikking had over een dienstauto: “Ja er was 1 dienstauto. …Het was een zwarte Fiat Punto.”
De rechtbank overweegt dat ook de getuigen [getuige F], [getuige G], [getuige I], [Getuige I] en [getuige J] soortgelijke verklaringen hebben afgelegd.
De rechtbank is op grond van de hiervoor aangehaalde verklaringen van oordeel dat bij geen van de in de tenlastelegging genoemde auto’s sprake was van een dienstauto. Van deze auto’s kan dan ook niet worden gesteld dat deze zijn aangeschaft ten behoeve van de gemeente Lelystad.
Door de raadsvrouw is aangevoerd dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat door verdachte gebruik is gemaakt van listige kunstgrepen. De rechtbank overweegt hierover het volgende. Volgens vaste jurisprudentie volstaat het gebruik van één listige kunstgreep. Het begrip listige kunstgrepen wordt door de Hoge Raad omschreven als bedrieglijke handelingen, geschikt om leugenachtige voorwendsels en valse voorstellingen ingang te doen vinden en daaraan kracht bij te zetten. Dit is onder meer het geval wanneer door de verdachte (bedrieglijk) wordt ingespeeld op een procedure waarin stelselmatig op goed vertrouwen een bepaalde controle achterwege wordt gelaten. Naar het oordeel van de rechtbank was van dit laatste in het onderhavige geval sprake. Door de verdachte is ter terechtzitting een toelichting gegeven op de normale gang van zaken rondom de aanschaf van goederen en de betaling daarvan.Verdachte heeft verklaard dat wanneer de ingekomen facturen waren geaccordeerd en voorzien van een handtekening van een daartoe bevoegde ambtenaar, deze betaalbaar werden gesteld. Deze facturen werden door de centrale administratie dan nog slechts gekoppeld aan de bijbehorende opdracht. Verdachte heeft met betrekking tot de auto’s telkens de opdracht gegeven tot de aanschaf, waarbij hij, door gebruik te maken van een bepaalde omschrijving op de factuur, de indruk heeft gewekt dat deze auto’s werden aangeschaft ten behoeve van de gemeente Lelystad, terwijl dit niet het geval was. Voorts heeft hij vervolgens de facturen ondertekend en betaalbaar gesteld, waardoor de gemeente werd bewogen tot de afgifte van de geldbedragen.
Gelet op het voorgaande kan naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend worden bewezen dat door verdachte gebruik is gemaakt van listige kunstgrepen.
De maaltijdkosten:
De rechtbank overweegt dat, onder verwijzing naar de zich in het dossier bevindende factuur en het feit dat het bedrag is overgemaakt op rekening van Hotel Emmeloord , wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de gemeente Lelystad is bewogen tot de afgifte van het in de tenlastelegging genoemde bedrag. Door de verdachte is verklaard dat het een etentje van gemeentewege betrof en de maaltijdkosten aldus zijn gemaakt ten behoeve van de gemeente Lelystad. Deze verklaring van de verdachte wordt op geen enkele wijze ondersteund door de getuigenverklaringen.
Zo heeft de getuige [getuige B] verklaard: “Ik weet hier helemaal niets van. Er is geen teamuitje of etentje voor het werk geweest in Hotel Emmeloord.”
De getuige [getuige D] heeft verklaard: “De factuur van 7 maart 2008. Ik kan mij daar niets van herinneren dat ik daar geweest ben. Zeker niet met 14 personen.”
De getuige [getuige E] heeft verklaard: “Ik heb daar nooit gegeten met het team. Ik heb wel eens met [naam] in het hotel in Emmeloord gegeten maar dat was niet met het team en ook niet met 14 personen.”
De getuige [getuige F] heeft verklaard op de vraag of zij daarbij aanwezig is geweest: “Nee, ik ben er niet bij aanwezig geweest. Ik heb bij alle teams navraag gedaan of ze een teamuitje hebben gehad die dag. Het resultaat was dat er geen etentje van de Stadswinkel daar is geweest.”
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank dan ook vast dat er op 7 maart 2008 geen etentje van gemeentewege heeft plaatsgevonden in Hotel Emmeloord.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte, nu hij een factuur heeft ondertekend en betaalbaar gesteld en daarbij bij de gemeente Lelystad ten onrechte de indruk heeft gewekt dat de maaltijdkosten waren gemaakt ten behoeve van de gemeente Lelystad, zich heeft bediend van een listige kunstgreep. Daardoor is de gemeente Lelystad bewogen tot de afgifte van het geldbedrag van € 519,67.
De irischeques:
De rechtbank overweegt dat zich met betrekking tot de aanschaf van de in de tenlastelegging omschreven Irischeques facturen in het dossier bevinden . Uit deze facturen blijkt dat deze Irischeques ook daadwerkelijk zijn geleverd. Alle vijf de facturen zijn door verdachte ondertekend en betaalbaar gesteld en de bedragen zijn door de gemeente Lelystad uitbetaald aan Den Haag Marketing & Events .
Vervolgens heeft verdachte ten aanzien van alle vijf in de tenlastelegging genoemde bedragen aanvragen tot het doen van spoedbetalingen gedaan en zijn de bedragen door de gemeente Lelystad op zijn privérekening gestort dan wel contant aan hem uitbetaald .
Door aldus te handelen heeft verdachte bij de gemeente Lelystad de indruk gewekt dat de bedragen voor de Irischeques door hem waren betaald, terwijl hij zelf reeds de facturen ten behoeve van de betaling betaalbaar had gesteld door middel van het plaatsen van zijn handtekening op deze facturen.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte ook ten aanzien van de Irischeques door middel van een listige kunstgreep de gemeente heeft bewogen tot de afgifte van de bedragen, zoals genoemd in de tenlastelegging, althans tot de afgifte van geldbedragen.
Concluderend is de rechtbank van oordeel dat de onder 1a primair ten laste gelegde oplichting, ten aanzien van de auto’s, de maaltijdkosten en de Irischeques wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Ten aanzien van feit 1b:
De rechtbank overweegt dat de in de tenlastelegging genoemde VVV Irischeques niet bij de verdachte zijn aangetroffen en evenmin bij de doorzoeking in de woningen waar verdachte woonde danwel verbleef.
De rechtbank overweegt dat uit het overzicht op pagina 398 in combinatie met de factuur van Den Haag Marketing van 13 juni 2007 en het overzicht op de pagina’s 404 en 405 in combinatie met de factuur van Den Haag Marketing van 8 augustus 2007 volgt dat meerdere keren drie of meer cheques met opeenvolgende serienummers zijn uitgegeven.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van het voorgaande echter niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat het verdachte is geweest die voornoemde bonnen heeft uitgegeven en aldus heeft verduisterd. Van dit onderdeel in de tenlastelegging zal de rechtbank verdachte dan ook vrijspreken.
Ten aanzien van de in de tenlastelegging genoemde Tom Tom overweegt de rechtbank dat deze Tom Tom door de verdachte namens de gemeente Lelystad in januari 2008 is gekocht en dat de gemeente eigenaar was van de Tom Tom. Verdachte heeft tot 1 september 2008 bij de gemeente Lelystad gewerkt en is daarna elders gaan werken.
Op 19 mei 2009 is in de auto van de verdachte (een Toyota Avensis die sinds 3 november 2008 eigendom was van de verdachte) voornoemde Tom Tom aangetroffen . Uit het proces-verbaal betreffende het uitlezen van de Tom Tom blijkt dat deze recent was gebruikt .
Verdachte heeft verklaard dat hij de Tom Tom namens de gemeente heeft gekocht, dat hij nooit privé een dergelijke Tom Tom heeft gekocht en dat de Tom Tom die in zijn auto is aangetroffen de Tom Tom van de gemeente Lelystad betreft waar de gemeente Lelystad eigenaar van is .
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de verduistering in diensbetrekking van de Tom Tom wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Ten aanzien van feit 2:
De rechtbank overweegt dat middels een vordering verstrekking gegevens bij de Stichting Den Haag Marketing de gegevens werden opgevraagd met betrekking tot de verkoop van VVV Irischeques aan de gemeente Lelystad en/of aan verdachte. Dergelijke gegevens zijn eveneens opgevraagd bij het Agora Theater Lelystad.
De rechtbank overweegt dat de VVV Irischeques, zoals omschreven in het eerste gedachtestreepje in de tenlastelegging, ook daadwerkelijk zijn geleverd door Den Haag Marketing. Weliswaar kan wettig en overtuigend worden bewezen dat de aanvraag tot het doen van een spoedeisende betaling van 1.500,- Euro door verdachte valselijk is opgemaakt. Immers dit bedrag was door de gemeente reeds rechtstreeks aan Den Haag Marketing betaald. Echter ten laste gelegd is dat het valselijk opmaken eruit bestond dat verdachte op de aanvraag bonnen en/of bestellingen heeft vermeld, die niet daadwerkelijk waren besteld/geleverd door/aan de gemeente Lelystad. Daarvan was in het geval van de bonnen zoals omschreven in het eerste gedachtestreepje echter geen sprake. Zoals reeds overwogen bij feit 1a primair zijn deze VVV Irischeques daadwerkelijk geleverd aan de gemeente Lelystad.
Van het eerste gedachtestreepje zal de rechtbank verdachte dan ook partieel vrijspreken.
Ten aanzien van de VVV Irischeques, zoals omschreven in de overige gedachtestreepjes, overweegt de rechtbank dat blijkens de gegevens van Den Haag Marketing en Agora Theater deze cheques nooit zijn geleverd aan de gemeente Lelystad dan wel aan de verdachte en dat door de verdachte telkens wel aanvragen tot het doen van spoedeisende betalingen zijn gedaan . Op genoemde aanvragen is door de verdachte telkens vermeld dat het ging om de aanschaf van VVV Irischeques dan wel theaterbonnen. Voornoemde bedragen zijn ook telkens overgemaakt op de privérekening van de verdachte .
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het onder 2 ten laste gelegde, met uitzondering van het eerste gedachtestreepje, wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Ten aanzien van feit 3:
De rechtbank is van oordeel dat het onder 3 ten laste gelegde, voor zover de tenlastelegging ziet op het geld (in het eerste gedachtestreepje) en de geldbedragen (in de overige gedachtestreepjes), onder verwijzing naar hetgeen de rechtbank reeds heeft overwogen betreffende de onder 1a primair en 2 ten laste gelegde feiten, wettig en overtuigend kan worden bewezen. Verdachte heeft ook bekend het geld te hebben gebruikt voor privédoeleinden (onder meer ten behoeve van de aanschaf van privéauto’s).
Ten aanzien van de VVV Irischeques overweegt de rechtbank het volgende. Bij verdachte en bij de doorzoeking van de woningen waar verdachte woonde danwel verbleef zijn diverse facturen aangetroffen. Meerdere keren heeft verdachte, blijkens deze facturen, grote bedragen betaald middels cadeaubonnen . Voorts zijn bij de doorzoeking in totaal 16 VVV Irischeques, elk met een waarde van € 20,00 aangetroffen .
Verdachte heeft verklaard dat hij, in de tijd dat hij werkzaam was bij de gemeente Lelystad, diverse cadeaubonnen heeft ontvangen, onder meer bij zijn afscheid.
De rechtbank overweegt dat deze verklaring van de verdachte op geen enkele wijze steun vindt in de door de getuigen afgelegde verklaringen.
Zo heeft de getuige [getuige B] op de vraag of personeel dat ’s avonds en in het weekend rondom de feestdagen moest werken een extra vergoeding in de vorm van cadeaubonnen ontving verklaard: “Ik weet dit niet en ik heb hier ook nooit iets over gehoord. … Ik geloof dat we met kerst een keer een cadeaubon hebben gehad van 40 Euro in plaats van een kerstpakket.” Verder heeft zij verklaard over het afscheid van verdachte: “Bij het afscheid hebben wij hem geen cadeaubonnen gegeven.”
Ook de getuige [getuige C] heeft over het afscheid van de verdachte bij de gemeente verklaard: “er zijn geen VVV Irischeques aan hem gegeven.” Voorst heeft zij de vraag of verdachte ook rond de feestdagen heeft gewerkt en een gratificatie heeft gekregen, ontkennend beantwoord .
De getuige [getuige D] heeft verklaard dat verdachte van haar geen Irischeques heeft gekregen bij zijn afscheid .
De getuige [getuige E] heeft verklaard dat het personeel met de kerst cadeaucheques kreeg ter waarde van 35 Euro en dat het haar niet bekend was dat personeel dat met de feestdagen of ’s avonds moest werken cadeaucheques kreeg .
Ook door de getuigen [getuige F], [getuige K], [getuige J] zijn soortgelijke verklaringen afgelegd.
De rechtbank overweegt dat door de verdachte geen andere aannemelijke verklaring is gegeven voor het in het bezit hebben van en kunnen betalen met een dergelijke grote hoeveelheid cadeaubonnen.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat ook het witwassen van de VVV Irischeques wettig en overtuigend kan worden bewezen.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de duur van de periode en de frequentie van de gepleegde handelingen, eveneens wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het witwassen.
Concluderend is de rechtbank van oordeel dat het onder 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat:
1a primair.
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 20 januari 2006 tot 20 mei 2009 in de gemeente Lelystad en/of elders in Nederland (telkens) met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door een of meer listige kunstgrepen, (telkens) de gemeente Lelystad heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen:
- ten behoeve van de aankoop/aanschaf (voor het in eigendom en/of privé gebruik verkrijgen) van:
* een auto ([kenteken A]) omstreeks de maand juli 2006 een geldbedrag van 11195 euro (A1)
en
* een auto ([kenteken B]) omstreeks de maand september 2006 een geldbedrag van 1055 euro (A2) en
* een auto ([kenteken C]) in de maand januari 2007 een geldbedrag van 20750 euro (A3) en
* een auto ([kenteken D]) omstreeks de maand oktober 2007 een geldbedrag van 14000 euro (A5) en
* een auto ([kenteken E]) omstreeks de maand juni 2006 een geldbedrag van 11500 euro (A6)
en
* een auto ([kenteken F]) en/of een auto ([kenteken L]) omstreeks de maand maart 2008 een geldbedrag van 7250 euro (A7) en
* een auto ([kenteken G]) in de maand december 2006 een geldbedrag van 9500 euro (B1) en
* een auto ([kenteken H]) in de maand mei 2007 een geldbedrag van 13000 euro (B2) en
* een auto ([kenteken I]) in de maand juni 2007 een geldbedrag van 11750 euro (B3) en
* een auto ([kenteken J]) in de maand juli 2007 een geldbedrag van 7750 euro (C1) en
* een auto ([kenteken K]) in de maand augustus 2007 een geldbedrag van 3750 euro (C2) en
- ten behoeve van betaling maaltijdkosten in hotel (als privé persoon):
* in de maand maart 2008 een geldbedrag van 519,67 euro (Overige zaken, declaraties, factuur pagina 96/275) en
- met betrekking tot de door hem, verdachte, namens de gemeente Lelystad aangeschafte Irischeques / cadeaubonnen te weten voor:
* 150 Irischeques op of omstreeks 26 januari 2006 een geldbedrag van 1500 euro (Cadeaubonnen I, volgnummer 1)
* 250 Irischeques op of omstreeks 4 juli 2006 een geldbedrag van 2500 euro (Cadeaubonnen I, volgnummer 2)
* 280 Irischeques op of omstreeks 8 februari 2007 een geldbedrag (Cadeaubonnen I, volgnummer 3)
* 550 Irischeques op of omstreeks 13 juni 2007 een geldbedrag van 5500 euro (Cadeaubonnen I, volgnummer 4)
* 250 Irischeques op of omstreeks 17 december 2007 een geldbedrag van 4750 euro (Cadeaubonnen I, volgnummer 6)
hebbende verdachte (telkens) met voren omschreven oogmerk listiglijk en/of in strijd met de waarheid – zakelijk weergegeven - :
- met betrekking tot bovengenoemde auto’s en de gemaakte maaltijdkosten in een hotel als afdelingshoofd van de Stadswinkel van de gemeente Lelystad en (uit hoofde van die functie) tekenbevoegde werknemer bij de gemeente Lelystad voor de aankoop/aanschaf van die auto’s en de betaling van die maaltijdkosten in een hotel:
* een factuur laten opstellen/maken op naam van de gemeente Lelystad ter attentie van FZ-ADM en/of Publieke Zaken en
* nadat die facturen door de gemeente Lelystad waren ontvangen die facturen voor betaling al dan niet schriftelijk en met een handtekening geaccordeerd en gerichte aanvragen tot het doen van spoedeisende betalingen ondertekend en/of formulieren betreffende het ter betalingstellen van facturen ondertekend en
* (daarbij/daarmee) bij de gemeente Lelystad de indruk gewekt dat die auto’s waren gekocht/aangeschaft en die maaltijdkosten waren gemaakt voor en/of ten behoeve van de gemeente Lelystad
en
- met betrekking tot die Irischeques als afdelingshoofd van de Stadswinkel van de gemeente Lelystad en (uit hoofde van die functie) tekenbevoegde werknemer bij de gemeente Lelystad voor de aankoop/aanschaf van Irischeques:
* die Irischeques namens de gemeente Lelystad besteld en
* die Irischeques heeft opgehaald en
* ter betaling van die Irischeques een factuur laten opstellen/maken en/of laten verzenden op naam van de gemeente Lelystad ter attentie van FZ-ADM en/of BO-FZ en/of (afdeling) Stadswinkel en
* nadat die facturen door de gemeente Lelystad waren ontvangen die facturen voor betaling al dan niet schriftelijk en met een handtekening geaccordeerd en/of gerichte aanvragen tot het doen van spoedeisende betalingen ondertekend en/of formulieren betreffende het ter betalingstellen van facturen ondertekend en
* ondanks het feit dat de gemeente Lelystad naar aanleiding van de voor die Irischeques ontvangen of te ontvangen facturen, die Irischeques heeft betaald of zal gaan betalen en aan de gemeente Lelystad al dan niet schriftelijk medegedeeld dat door hem, verdachte, de door hem namens de gemeente Lelystad gekochte en op te halen en/of opgehaalde Irischeques (uit eigen middelen) moesten worden en/of waren betaald en (vervolgens)
* voor de (terug)betaling van de door hem, verdachte, te maken en/of gemaakte kosten al dan niet schriftelijk een declaratie bij de gemeente Lelystad ingediend en daarbij die declaratie met een handtekening geaccordeerd en/of (een) gerichte aanvragen tot het doen van spoedeisende betalingen ondertekend en/of formulieren betreffende het ter betalingstellen van facturen ondertekend,
waardoor de gemeente Lelystad (telkens) werd bewogen tot bovengenoemde afgifte;
1b.
hij in de periode van 20 januari 2006 tot mei 2009 in de gemeente Lelystad en/of elders in Nederland, opzettelijk enig goed, te weten:
- een Tom Tom (zie dossier Overige Zaken, Tom Tom)
die toebehoorde aan de gemeente Lelystad, en welk goed verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van/als afdelingshoofd van de Stadswinkel van de gemeente Lelystad, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.
hij in de periode van 26 januari 2006 tot 8 juli 2008 in de gemeente Lelystad, telkens
- een aan de gemeente Lelystad gerichte aanvraag gedateerd 25 juli 2007 tot het doen van een spoedeisende betaling van 5.000,- Euro wegens aanschaf van VVV Irischeques bonnen (dossier Cadeaubonnen I, volgnummer 5 van schema op pagina 2 van pv) en
- een aan de gemeente Lelystad gerichte aanvraag gedateerd 4 februari 2008 tot het doen van een spoedeisende betaling van 5.000,- Euro wegens aanschaf van theaterbonnen (dossier Cadeaubonnen I, volgnummer 7 van schema op pagina 2 van pv) en
- een aan de gemeente Lelystad gerichte aanvraag gedateerd 18 maart 2008 tot het doen van een spoedeisende betaling van 10.000,- Euro wegens aanschaf van VVV Irischeques bonnen (dossier Cadeaubonnen I, volgnummer 9 van schema op pagina 2 van pv) en
- een aan de gemeente Lelystad gerichte aanvraag gedateerd 8 juli 2008 tot het doen van een spoedeisende betaling van 5.000,- Euro wegens aanschaf van theaterbonnen (dossier Cadeaubonnen I, volgnummer 11 van schema op pagina 2 van pv)
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte telkens op die aanvragen bonnen en/of bestellingen vermeld, die telkens niet daadwerkelijk besteld en/of geleverd waren namens en/of door en/of aan de gemeente Lelystad, zulks met het oogmerk om die geschriften telkens als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
3.
hij op tijdstippen in de periode van 1 maart 2007 tot en met 11 juni 2009 in de gemeente Lelystad en/of elders in Nederland, voorwerpen, te weten:
- een geldbedrag van 10.500 Euro (dossier auto’s A3) en
- een geldbedrag van 14.000 Euro (dossier auto’s A5) en
- een geldbedrag van 8.000 Euro (dossier auto’s B2) en
- een geldbedrag van 1.500 Euro (dossier auto’s B4) en
- een geldbedrag van 4.250 Euro (dossier auto’s C3) en
- een geldbedrag van 5.400 Euro (dossier auto’s C3),
heeft verworven en voorhanden heeft gehad en van die voorwerpen gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerpen telkens – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf, terwijl hij, verdachte, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Van het onder 1a primair, 1b, 2 en 3 meer of anders ten laste gelegde zal verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
Feit 1a primair:
Oplichting.
Feit 1b:
Verduistering, gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft.
Feit 2:
Valsheid in geschrift.
Feit 3:
Gewoontewitwassen.
De feiten en verdachte zijn strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot:
- een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis;
- een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarde verplicht reclasseringscontact, ook indien dit inhoudt het volgen van een behandeling bij De Waag en/of het volgen van de module budgetteren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van een op te leggen straf verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Hij is alles kwijt geraakt en is daardoor reeds gestraft. Verder ondergaat hij thans op vrijwillige basis behandeling bij de reclassering, een psycholoog en een psychiater en is hij in behandeling geweest bij GGZ voor de duur van één jaar.
De raadsvrouw heeft voorts opgemerkt dat de verdachte er alles aan heeft gedaan om bij de inhoudelijke behandeling van zijn strafzaak aanwezig te zijn en antwoorden te geven op de vragen, dit terwijl hij kampt met ernstige psychische problemen.
Ten slotte heeft de raadsvrouw opgemerkt dat een gevangenisstraf niet op zijn plaats zou zijn.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
De rechtbank overweegt dat, ten aanzien van de artikelen 225, 321, 322, 326 en 420 ter van het Wetboek van Strafrecht, geen oriëntatiepunten zijn opgenomen. Bij het bepalen van de duur van de straf voor de bewezen verklaarde feiten, heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de bewezen verklaarde feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten plegen te worden opgelegd.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het volgende.
Vertrouwen in het openbaar bestuur is een belangrijke pijler van de rechtstaat. Aan personen die werkzaam zijn bij de overheid worden dan ook terecht hoge eisen gesteld. Een van de eisen is dat ambtenaren integer handelen. Tegen ambtenaren die welbewust en voor eigen gewin dit vertrouwen schaden, moet passend strafrechtelijk worden opgetreden.
Verdachte heeft zich gedurende geruime tijd schuldig gemaakt aan oplichting van zijn werkgever, de gemeente Lelystad, en heeft de opbrengst daarvan aangewend voor privédoeleinden. Verdachte heeft op afkeurenswaardige wijze zijn werkgever, door misbruik te maken van het in hem gestelde vertrouwen, meermalen bewogen tot de afgifte van forse geldbedragen. Daarbij heeft hij zich bediend van listige kunstgrepen. Verdachte heeft aldus niet alleen het in hem gestelde vertrouwen op ernstige wijze beschaamd, maar hij heeft daarmee de gemeente, en dus ook indirect de bevolking binnen deze gemeente, eveneens financieel nadeel berokkend. Verdachte heeft slechts oog gehad voor eigen financieel gewin. Hij heeft bovendien gebruik gemaakt van vervalste documenten.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat in beginsel een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf op zijn plaats zou zijn. De rechtbank zal hier echter niet toe overgaan. Daarbij heeft de rechtbank rekening gehouden met het relatief lange tijdsverloop tussen de hem verweten gedragingen en de zitting en het feit dat verdachte geen justitiële documentatie heeft.
Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de gevolgen die de onderhavige zaak reeds voor de verdachte heeft gehad, waarbij de rechtbank overweegt dat de verdachte letterlijk en figuurlijk alles is kwijtgeraakt. De rechtbank overweegt daarbij dat de verdachte gedeeltelijk inziet dat hij foutief heeft gehandeld, hij open staat voor het volgen van een behandeling van zijn problematiek en hij thans ook in een vrijwillig kader behandeling volgt.
De rechtbank zal aan de verdachte de maximale werkstraf voor de duur van 240 uren opleggen.
Daarnaast zal de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Enerzijds om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst wederom strafbare feiten te plegen en anderzijds om de noodzakelijk hulpverlening en behandeling in een gedwongen kader mogelijk te maken.
Alles overwegend is de rechtbank van oordeel dat de hierna te melden straf passend en geboden is.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd te bepalen dat de in beslag genomen voorwerpen worden geretourneerd aan de verdachte.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de teruggave gelasten aan de verdachte van de aan de verdachte toebehorende, op de Lijst van inbeslaggenomen voorwerpen d.d. 18 oktober 2011 onder 3, 5, 7, 12 t/m 22, 29, 30 en 31 vermelde voorwerpen, aangezien deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring dan wel onttrekking aan het verkeer.
Voor aanvang van de terechtzitting heeft de gemeente Lelystad – daartoe vertegenwoordigd door mr. R.J. Boswijk, advocaat te Amsterdam – zich als benadeelde partij in dit geding gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van schade ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten. De hoogte van die schade werd door de benadeelde partij aanvankelijk begroot op een bedrag van € 156.071,05.
Ter terechtzitting van 22 november 2011 heeft de raadsman van de benadeelde partij aangegeven, dat door de verzekeraar een bedrag is vergoed, waardoor het resterende schadebedrag van de gemeente € 101.663,00 bedraagt. Op laatstgenoemd bedrag wordt de definitieve schade door de benadeelde partij begroot.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de herziene vordering toe te wijzen, met toepassing van de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair gevorderd de benadeelde partij niet ontvankelijk te verklaren in de vordering, dan wel deze af te wijzen.
Subsidiair heeft de raadsvrouw een civiele tegenvordering gedaan, waarbij zij heeft aangegeven inzage te willen verkrijgen in de onderliggende stukken cq in de verzekeringsrapportage omtrent de afwijzing van vergoeding van het resterende gedeelte van het schadebedrag door de verzekeraar.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat door de gemeente Lelystad aanvankelijk een bedrag van
€ 156.071,05 was gevorderd, welk schadebedrag het directe gevolg was van de aan de verdachte ten laste gelegde feiten.
Ter terechtzitting op 22 november 2011 is een brief overgelegd van de verzekeringsmaatschappij, waaruit volgt dat het totale schadebedrag volgens de gemeente
€ 251.663 zou bedragen en dat door de verzekeraar een coulancebetaling is gedaan van
€ 150.000,00 vallend onder de fraudeverzekering van de gemeente.
De rechtbank stelt vast dat bij de opbouw van voornoemd totale schadebedrag kosten worden genoemd voortvloeiend uit feiten die thans niet aan de verdachte ten laste zijn gelegd. Zo wordt er bijvoorbeeld een schadebedrag van € 4.688,00 genoemd betreffende de kosten van het onrechtmatige gebruik van een tankpas. Derhalve valt niet uit te sluiten dat door de verzekeraar schade is vergoed die voortvloeit uit gedragingen die niet aan de verdachte ten laste zijn gelegd. De rechtbank overweegt dat de raadsman van de benadeelde partij ter zitting heeft aangegeven niet te kunnen ingaan op de vraag waarom niet het gehele schadebedrag (van € 251.663,00) door de verzekeraar is vergoed.
Gelet op het voorgaande kan door de rechtbank niet worden vastgesteld welke schadeposten wel en welke niet door de verzekeraar aan de gemeente zijn vergoed. Aldus kan de rechtbank thans evenmin vaststellen welke schade door de verdachte, zijnde een direct gevolg van de door hem begane bewezen verklaarde feiten, nog aan de benadeelde partij zou moeten worden vergoed.
Schorsing van het onderzoek ter terechtzitting, teneinde de benadeelde partij in de gelegenheid te stellen een en ander alsnog toe te lichten en te onderbouwen, brengt naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding met zich mee.
De vordering van de benadeelde partij levert, gelet op het voorgaande, naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal derhalve bepalen dat de benadeelde partij in die vordering niet-ontvankelijk is en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
11 TOEPASSELIJKHEID WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
De beslissing berust op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 27, 57, 225, 321, 322, 326 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1a primair, 1b, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat onder 1a, 1b, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart de bewezen verklaarde feiten strafbaar;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden;
- bepaalt dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 jaar aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
* zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, hem te geven door of namens Reclassering Nederland, ook indien dit inhoudt het volgen van een behandeling bij De Waag, dan wel in een andere, soortgelijke instelling en/of ook indien dit inhoudt het volgen van de module budgetteren, zulks zolang Reclassering Nederland of een door haar aan te wijzen andere reclasseringsinstelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt, met opdracht aan die instelling als bedoeld in artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht;
* zich hierna gedurende de door de reclassering bepaalde perioden dient te blijven melden zo frequent als de reclassering dat gedurende deze perioden nodig acht;
- legt aan verdachte op een werkstraf voor de duur van 240 uren;
- beveelt dat voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet of niet naar behoren verricht de werkstraf wordt vervangen door 120 dagen hechtenis, althans een aantal dagen hechtenis dat evenredig is aan het niet verrichte aantal uren werkstraf;
- bepaalt dat de tijd, voor zover deze door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde werkstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren werkstraf per dag;
Beslag
- gelast de teruggave aan de verdachte van de op de “Lijst van inbeslaggenomen voorwerpen” d.d. 18 oktober 2011 onder 3, 5, 7, 12 t/m 22, 29, 30 en 31 vermelde voorwerpen, te weten:
* een groene verzekeringskaart (VW Golf [getuige N]);
* een DSB bankpas op naam van de verdachte;
* diverse briefjes met pincodes;
* groene kaart motorrijtuigenbelasting ([getuige O]);
* 1 paar oorbellen en een ketting goudkleurig;
* 1 paar goudkleurige oorbellen zwart en steentjes, idem ketting;
* rode rechthoekige doos tekst JL Luminance goudkleurig horloge;
* bruine rechthoekige doos met goudkleurig horloge;
* witte doorzichtige doos Swatch goudkleurig horloge;
* blauwe doos tekst 1928 op parels gelijkende ketting;
* donkerrode doos met op parels gelijkende ketting;
* rode doos 2 oorbellen rode steen diamant gelijkend;
* rode doos 2 oorbellen blauwe glaskleurige steen diamant gelijkend;
* plastic zak goudkleurige ketting en broche parel gelijkend
* SNS bankpas op naam van de verdachte;
* Volkswagen pas, kaartje British Cars, reispas, 3 dinercheques;
* keuringsrapport RDW ([getuige P]);
Benadeelde partij
- bepaalt dat de benadeelde partij de gemeente Lelystad in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Meijer, voorzitter, mrs. L.P. de Haas en M. Iedema, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. van Olst-van Esch, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 december 2011.
Daar waar in de navolgende voetnoten wordt verwezen naar processen-verbaal betreffen dit telkens in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, opgemaakt door daartoe bevoegde ambtenaren.
Proces-verbaal op pagina 48 e.v. van de map getuigen, pagina’s 49 en 50.
Proces-verbaal op pagina 60 e.v. van de map getuigen, pagina 64.
Proces-verbaal op pagina 104 e.v. van de map getuigen, pagina 107.
Proces-verbaal op pagina 144 e.v. van de map getuigen, pagina 146.
Pagina 96/275 van de map Overige Zaken (declaraties)
Pagina 77/256 van de map Overige Zaken (declaraties)
Zie proces-verbaal voetnoot 2, pagina 5.
Zie proces-verbaal voetnoot 4, pagina 6.
Zie proces-verbaal voetnoot 5, pagina 5.
Proces-verbaal op pagina 165 e.v. van de map getuigen, pagina 171.
Pagina’s 122, 132, 147, 153 en 171 van de map Cadeaubonnen I
Pagina’s 125, 151, 156 en 174 van de map Cadeaubonnen I
Pagina’s 19, 20, 22, 23, 29, 31, 35, 38, 45 en 46 van de map Cadeaubonnen I
Pagina’s 8 en 9 van de map Overige Zaken (Tom Tom One XL)
Pagina’s 24 en 25 van de map Overige Zaken (Tom Tom One XL)
Pagina 17 van de map Overige Zaken (Tom Tom One XL)
Proces-verbaal pagina 120 van de map Cadeaubonnen I en de bijbehorende bestellingen en pagina 192 en de bijbehorende facturen
Pagina’s 40, 48, 54 en 60 van de map Cadeaubonnen I
Pagina’s 41, 49, 55 en 61 van de map Cadeaubonnen I
Pagina’s 124 e.v. van de map Cadeaubonnen II
Pagina’s 115 e.v. van de map Cadeaubonnen II
Zie proces-verbaal voetnoot 2, pagina’s 51 en 52
Zie proces-verbaal voetnoot 3, pagina 63
Zie proces-verbaal voetnoot 4, pagina 106
Zie proces-verbaal voetnoot 5, pagina 146