4 De beoordeling van het bewijs
4.1 De bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis wordt gehecht.
4.2 De bewijsoverwegingen
4.2.1 Het standpunt van de verdediging
T.a.v. parketnummer 07.607055-09.
De raadsman bepleit vrijspraak wegens de onrechtmatigheid van de aanhouding van verdachte, aangezien er geen sprake zou zijn van een redelijke verdenking. Subsidiair bepleit de raadsman vrijspraak wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs, aangezien verdachte ontkent en de camerabeelden geen uitsluitsel geven omtrent de identiteit van de daders.
T.a.v. parketnummer 07.607029-09.
De raadsman stelt primair dat verdachte dit feit thans ontkent. Verdachte was in de war ten tijde van zijn eerdere bekentenis bij de politie. De enkele verklaring van het slachtoffer is onvoldoende wettig bewijs. Subsidiair refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
T.a.v. parketnummer 07.600894-08.
De raadsman bepleit vrijspraak, aangezien verdachte ontkent. Bovendien ontbreken in het dossier de afdrukken van de camerabeelden waarop te zien zou zijn dat verdachte of zijn medeverdachte daadwerkelijk de telefoon wegneemt. De bekentenis van verdachte ter terechtzitting van de politierechter van 1 augustus 2008 moet gezien worden in het licht van de situatie ter terechtzitting en werd door hem slechts gedaan om “er van af te zijn”.
T.a.v. parketnummer 07.607137-08.
De raadsman bepleit vrijspraak. Het zogenaamde stroomstootwapen werkt op twee AA batterijen en is vrij verkrijgbaar in winkels. Het betreft een elektrische vliegenmepper die kapot is gegaan. Het gaat te ver om dit een stroomstootwapen te noemen.
4.2.2 Het oordeel van de rechtbank
T.a.v. parketnummer 07.607055-09.
Op 4 februari 2009 omstreeks 23.30 uur ontvangt de politie een melding van poging tot kraak van een parkeerautomaat op het parkeerterrein bij [adres]. De politie begeeft zich ter plaatse, doch treft daar geen personen aan. De politie verlaat vervolgens de plaats delict om elders de camerabeelden te bekijken van de poging tot kraak. Op andere live-camerabeelden is dan om 00.15 uur te zien dat meerdere personen over het parkeerterrein rennen. De politie begeeft zich wederom ter plaatse. Daar treft zij twee personen aan, die, naar de bevindingen van de verbalisanten, voldoen aan de signalementen van de personen die te zien waren op de inmiddels bekeken camerabeelden van de poging tot kraak. In het licht van de omstandigheden zoals die hiervoor zijn weergegeven, waren verbalisanten naar het oordeel van de rechtbank gerechtigd om verdachte aan te houden in verband met de poging tot kraak van de parkeerautomaat. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de aanhouding niet onrechtmatig is geweest.
De rechtbank acht het ten laste gelegde feit echter niet wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank verenigt zich met het standpunt van de verdediging dat de ter terechtzitting getoonde beelden van onvoldoende kwaliteit zijn om daarop personen te kunnen herkennen. Bovendien is verdachte bijna twee uur na de poging tot kraak van de parkeerautomaat en ruim één uur nadat er rennende mannen op het parkeerterrein te zien waren, aangehouden, te weten op 5 februari 2009 te 01.27 uur. Gezien dit tijdsverloop is niet uit te sluiten dat – zou verdachte al op de beelden herkend kunnen worden - verdachte pas ter plaatse is gekomen nadat onbekend gebleven daders getracht hebben de parkeerautomaat open te breken.
De rechtbank zal verdachte derhalve van dit feit vrijspreken.
T.a.v. parketnummer 07.607029-09.
Door verdachte is tweemaal een bekennende verklaring afgelegd, te weten eenmaal tijdens zijn aanhouding en vervolgens nogmaals tijdens het politieverhoor op 18 januari 2009. Er is geen reden om aan te nemen dat deze overeenkomende verklaringen van verdachte nu ongeloofwaardig zijn of in strijd met de waarheid zijn afgelegd. Bovendien vindt zijn bekennende verklaring steun in de verklaring die aangever en getuigen hebben afgelegd.
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen.
T.a.v. parketnummer 07.600894-08.
De rechtbank verenigt zich met het oordeel van de raadsman dat de verklaring van verdachte ter terechtzitting van de politierechter op 1 augustus 2008 niet als een bekentenis kan worden opgevat. Voorts is op de afdrukken van de beelden van de beveiligingscamera die zich in het dossier bevinden geen wegnemingshandeling te zien door verdachte dan wel door de medeverdachte. De rechtbank acht dan ook onvoldoende wettig bewijs aanwezig om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het hem ten laste gelegde.
T.a.v. parketnummer 07.607137-08.
De rechtbank overweegt dat bij of krachtens de Wet Wapens en Munitie geen nadere eisen worden gesteld ten aanzien van stroomstootwapens, bijvoorbeeld met betrekking tot het voltage of amperage daarvan. Vereist is slechts dat door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht. Verdachte heeft een gedemonteerde elektrische vliegenmepper voorhanden gehad, waarmee volgens het proces-verbaal van de politie en de technische recherche elektrische stroom kan worden overgedragen en pijn wordt toegebracht bij geleiding daarvan. Gezien de omstandigheid dat verdachte op de openbare weg werd aangehouden met dit voorwerp in zijn bezit, terwijl het gedeelte bedoeld om insecten mee onschadelijk te maken, gedemonteerd was, kan van een normaal gebruik als vliegenmepper niet gesproken worden en dient het voorwerp, mede gelet op het hiervoor overwogene, als een stroomstootwapen aangemerkt te worden.
De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen.
4.3 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte: