ECLI:NL:RBUTR:2011:BP5119
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.H.F. van Vugt
- R.J. Verschoof
- R.M. Vermaire
- Rechtspraak.nl
Faillissementsverzoek en toepassing van de schuldsaneringsregeling in het civiel recht
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 1 februari 2011 uitspraak gedaan in een faillissementsprocedure. Verzoekers, [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2], hebben een verzoek tot faillietverklaring ingediend tegen de schuldenaar, die onder de namen [bedrijf 1] en [bedrijf 2] opereert. De schuldenaar had eerder een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling ingediend, maar dit verzoek was afgewezen bij vonnis van 29 november 2010. Dit vonnis werd bekrachtigd door het Gerechtshof Amsterdam op 13 januari 2011, en tegen dit arrest is geen cassatie ingesteld.
Tijdens de zitting op 1 februari 2011 heeft de schuldenaar opnieuw een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling ingediend. De rechtbank oordeelde echter dat dit verzoek niet-ontvankelijk was, omdat de schuldenaar reeds eerder een verzoek had ingediend dat was afgewezen. De rechtbank benadrukte dat de Faillissementswet (Fw.) een tijdsbeperking stelt aan het indienen van dergelijke verzoeken, en dat het indienen van een nieuw verzoek de behandeling van het faillissementsverzoek niet mag uitstellen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar in een toestand verkeert waarin hij heeft opgehouden te betalen, en dat de vorderingen van de verzoekers summierlijk zijn gebleken. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot faillietverklaring toegewezen. De schuldenaar is verklaard in staat van faillissement, en de curator is aangesteld om de afhandeling van de faillissementsprocedure te begeleiden. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door rechter M.H.F. van Vugt.