ECLI:NL:RBUTR:2009:BK7332
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. J.M. Willems
- mr. S. Wijna
- mr. J.R. van Es-de Vries
- Rechtspraak.nl
Heffingsmaatstaf gebruikersbelasting voor verpleeghuis en de kwalificatie als woning
In deze zaak heeft de Stichting [eiseres] beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Houten, die op 10 oktober 2008 het bezwaar van eiseres tegen de beschikking van 28 februari 2008 ongegrond heeft verklaard. De beschikking betrof een aanslag onroerende zaakbelasting 2008 voor het verpleeghuis [naam verpleeghuis], met een heffingsmaatstaf van € 7.830.000,-. Eiseres betoogt dat het verpleeghuis als een gemengd object moet worden aangemerkt, waarbij delen van de onroerende zaak in hoofdzaak tot woning dienen of volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Dit standpunt is onderbouwd met een hertaxatie en verwijzingen naar relevante wetgeving en jurisprudentie, waaronder een arrest van de Hoge Raad van 16 november 2007.
Verweerder, de heffingsambtenaar, stelt daarentegen dat het verpleeghuis primair een zorginstelling is en dat de woonfunctie ondergeschikt is aan de verpleegfunctie. Hij verwijst naar de planologische bestemming van het object en de feitelijke situatie, waarin de kamers niet afsluitbaar zijn en bewoners afhankelijk zijn van verplegend personeel. De rechtbank oordeelt dat de enkele omstandigheid dat het verpleeghuis planologisch de bestemming “bijzondere doeleinden” heeft, niet uitsluit dat delen van het verpleeghuis in hoofdzaak tot woning dienen. De rechtbank concludeert dat de hoofdfunctie van het verpleeghuis de zorgverlening is en dat de woonfunctie niet overheerst. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en de rechtbank bevestigt de heffingsmaatstaf zoals door verweerder vastgesteld.