ECLI:NL:RBSGR:2012:BX7509
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- B. Meijer
- A.P. Pereira Horta
- G.F. van der Linden-Burgers
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vrijheidsontneming van Chinese vreemdelinge zonder vooruitzicht op uitzetting
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 29 augustus 2012 uitspraak gedaan in een beroep tegen de vrijheidsontnemende maatregel van bewaring van een Chinese vreemdelinge, geboren op 29 april 1967. De vreemdelinge had op 7 augustus 2012 een beroepschrift ingediend tegen het voortduren van de maatregel van bewaring, die door de verweerder, de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, was opgelegd op 19 april 2012. In het beroepschrift werd ook om schadevergoeding gevraagd. De rechtbank heeft eerder al geoordeeld dat de maatregel van bewaring rechtmatig was, maar moest nu beoordelen of de voortzetting van deze maatregel nog steeds rechtmatig was, gezien de omstandigheden van het geval.
De vreemdelinge voerde aan dat er geen vooruitzicht op verwijdering naar China binnen een redelijke termijn bestond, omdat de Chinese autoriteiten de presentaties stopgezet hadden en zij niet in het bezit was van documenten die nodig waren voor haar uitzetting. De verweerder stelde echter dat er nog steeds voldoende vooruitzicht op verwijdering was. De rechtbank oordeelde dat de verweerder geen concrete informatie kon verstrekken over de hervatting van het overleg met de Chinese autoriteiten en dat de bewaring vanaf 24 augustus 2012 onrechtmatig was. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, heffende de maatregel van bewaring op en kende de vreemdelinge een schadevergoeding toe van € 400,-- voor vijf dagen onrechtmatige bewaring.
Daarnaast werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van € 1.311,--, die aan de griffier van de rechtbank moesten worden betaald. De rechtbank concludeerde dat er op dat moment geen redelijk vooruitzicht op verwijdering naar China bestond, gezien de houding van de Chinese autoriteiten en het gebrek aan concrete informatie over de mogelijkheid van uitzetting. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.