ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ0487
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en de gevolgen van het verstrekken van onjuiste gegevens
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 5 april 2011 uitspraak gedaan in het geschil tussen een Afghaanse eiser en de minister voor Immigratie en Asiel. De eiser had op 2 augustus 2009 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 9 juni 2010 door de minister was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de minister ten onrechte had gesteld dat de eiser het onderzoek naar zijn asielrelaas frustreerde door het verstrekken van onjuiste gegevens. De rechtbank merkte op dat de ontkenning van de eiser dat hij op 18 november 2008 in Griekenland was, niet kon worden aangemerkt als het verstrekken van onjuiste gegevens. Dit zou immers het bestrijden van een besluit onmogelijk maken. De rechtbank concludeerde dat de minister een onjuiste waarderingsmaatstaf had aangelegd en dat het bestreden besluit onvoldoende zorgvuldig was voorbereid en ontbrak aan een deugdelijke motivering, in strijd met artikel 3:2 en artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het besluit van de minister en bepaalde dat de minister opnieuw op de aanvraag moest beslissen, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd de minister veroordeeld in de proceskosten van de eiser, vastgesteld op € 1092,50. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van asielaanvragen en de noodzaak voor de overheid om transparant en gemotiveerd te handelen in dergelijke procedures.