ECLI:NL:RBSGR:2009:BK4047
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor verdachte in zaak van computervredebreuk en uitlokking
In de zaak voor de rechtbank 's-Gravenhage, uitgesproken op 23 november 2009, stond de verdachte terecht op beschuldiging van computervredebreuk en uitlokking. De officier van justitie beschuldigde de verdachte ervan zich schuldig te hebben gemaakt aan het medeplegen van computervredebreuk, waarbij hij samen met een ander zou hebben ingebroken in de e-mailbox van een persoon genaamd [aangever]. De verdachte had op verzoek van de hoofdredactie van een tijdschrift een artikel geschreven, waarbij hij gebruik had gemaakt van informatie van een hacker. De verdediging pleitte voor integrale vrijspraak, stellende dat er geen sprake was van nauwe en bewuste samenwerking met de hacker, die de inbraak had gepleegd. De politierechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen. Er was geen bewijs dat de verdachte zelf handelingen had verricht die als uitlokking konden worden gekwalificeerd, noch dat hij toegang had gehad tot het e-mailaccount van de aangever. De rechter concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de tenlastegelegde feiten had gepleegd, en sprak hem vrij van alle beschuldigingen.