ECLI:NL:RBSGR:2009:BJ9971
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot faillietverklaring wegens gebrek aan redelijk belang
Op 29 september 2009 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een faillissementszaak. De aanvrager, geboren in 1968 en gedetineerd sinds 4 december 2007, heeft verzocht om zijn eigen faillietverklaring. Tijdens de behandeling van het verzoek is de schoonzus van de aanvrager, gemachtigd om voor hem op te treden, verschenen. Zij verklaarde dat de aanvrager geen bezittingen heeft en uitsluitend schulden. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat er geen redelijk belang is voor de aanvrager om een faillissement aan te vragen, aangezien er geen baten zijn die aan schuldeisers kunnen worden uitgekeerd. Dit is in lijn met de vaste rechtspraak die vereist dat een aanvrager van een faillissement een redelijk belang moet hebben. De rechtbank heeft ook verwezen naar eerdere uitspraken van de Hoge Raad, waarin is bepaald dat de curator een onderzoek moet instellen naar de baten, maar in dit geval was het duidelijk dat er geen baten waren. De rechtbank concludeert dat het verzoek tot faillietverklaring moet worden afgewezen, omdat er sprake is van onevenredigheid tussen het belang van de aanvrager en de kosten die de curator zou moeten maken zonder uitzicht op enige uitkering aan de schuldeisers. De beslissing is genomen door mr. C.M. Derijks en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.