ECLI:NL:RBSGR:2008:BH7005
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Vink
- A.J. Kwestro
- Rechtspraak.nl
Onterecht opgelegde naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en verzuimboete
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 18 december 2008 uitspraak gedaan in een geschil over de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en een verzuimboete die aan eiser was opgelegd. Eiser, die een auto had aangeschaft met een zogenaamd 'grijs kenteken', had de motorrijtuigenbelasting voldaan naar het bestelautotarief. Echter, na controles door de Belastingdienst bleek dat de auto niet voldeed aan de eisen voor een bestelauto zoals vastgelegd in de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994. De rechtbank oordeelde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd, omdat de auto tijdens de controles niet voldeed aan de vereisten voor het lagere tarief. Eiser had geen vertrouwen mogen ontlenen aan de indeling in het kentekenregister van de RDW, aangezien de verantwoordelijkheid voor de juiste aangifte bij hem lag.
De rechtbank oordeelde echter dat de opgelegde verzuimboete van 100% en € 1348 niet passend was, gezien de geringe mate van verwijtbaarheid van eiser. De rechtbank verlaagde de boete tot 10% van het oorspronkelijke bedrag, zijnde € 135. Eiser had de auto immers aangeschaft in de veronderstelling dat deze voldeed aan de eisen voor het bestelautotarief, en had deze altijd als bedrijfsauto gebruikt. De rechtbank concludeerde dat de omstandigheden van de zaak, in combinatie met de onduidelijkheid over de fiscale kwalificering van de auto, aanleiding gaven om de boete te matigen. De uitspraak werd gedaan in het kader van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de rechtbank de uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst vernietigde en het beroep van eiser gegrond verklaarde.