ECLI:NL:RBSGR:2008:BG4018
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vreemdelingenbewaring en zicht op uitzetting naar China
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 19 augustus 2008 uitspraak gedaan in een beroep tegen het voortduren van de bewaring van een Chinese vreemdeling, geboren in 1985, die momenteel verblijft in het detentiecentrum Zeist. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. F. Ben-Saddek, heeft beroep ingesteld tegen de bewaring, stellende dat er geen zicht is op uitzetting naar China. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sinds april 2007 geen laissez-passers zijn verstrekt aan ongedocumenteerde vreemdelingen door de Chinese autoriteiten, en dat het diplomatiek overleg tussen Nederland en China niet heeft geleid tot concrete resultaten. De rechtbank heeft op basis van de beschikbare informatie geconcludeerd dat er geen reëel zicht is op uitzetting binnen een redelijke termijn.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de opheffing van de bewaring bevolen met ingang van 19 augustus 2008. Tevens is het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank heeft verweerder, de Staatssecretaris van Justitie, veroordeeld in de proceskosten van de eiseres, die zijn vastgesteld op € 644,-. De uitspraak is gedaan door mr. W.M.B. Elferink, met mr. A. Akfidan - Turan als griffier. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.